Verdedigen tegen de dubbele aanval
De warming-up hebben we gedaan met een snelschaakpotje (3 pp) waarbij de pionnen ook achteruit mochten en ook achteruit konden slaan. Hilarische taferelen uiteraard, maar veel schiet je er meestal niet mee op om met een pion achteruit te gaan. Daarna hebben we flink gewerkt aan het onderdeel Verdedig tegen de dubbele aannval. Bij dit onderdeel omcirkel je een stuk dat omgedekt staat of een koning die schaak staat. Je moet dan een zet zoeken waarbij het ongedekte stuk niet gepakt kan worden. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door een van de volgende:
- Met een tegenaanval door het schaak op te heffen met een tegenschaak (nummer 1 op blz 20). Dus je staat schaak maar met de zet die je doet, staat de tegenstander zelf ineens schaak!
- Met een tegenaanval met dreiging tot mat (nummer 2 op blz 20). Als de tegenstander het ongedekte stuk slaat, gaat ie zelf mat.
- Met een tegenaaval in combinatie met een penning (nummer 3 op blz 20). Let eens op de witte dame als je f4 speelt! Waar kan die dat matzetten?
- Of met hulp van een andere combinatie
We moeten onszelf nu aanleren dat we zetten noteren in plaats van dat we pijlen trekken. Op het examen moet dat ook en je moet dat jezelf gewoon maken. Het duurt iets langer. Als je één pijl trekt, is het maar de vraag of je de rest van de combinatie ziet namelijk. Soms hoef je maar één zet te noteren, maar meestal is het een zet van diegene die aan zet is, een tegenzet, en nog een zet. Je hebt dan materiaal gewonnen, mat gezet, of een dreiging opgelost.
Tenslotte hebben we gekeken naar een partijtje van Donny. Zijn tegenstander was ouder en misschien iets beter (hij zit in Stap 5 volgens iemand) maar die ging met wit op herdersmat spelen! Dat moeten we zelf echt niet meer gaan doen. Daar zijn jullie allemaal al te goed voor. Je hebt er niks aan, je wint heel snel, maar is dat dan leuk?. Je leert er ook niets van. Als je een herdersmatje tegen dreigt te komen, moet je even op de juiste manier verdedigen en daarna de dame op gaan jagen. Dan kom je meteen zelf beter te staan. We weten nu hoe het moet!
Huiswerk: blz 20 afmaken! Zoeken en nog eens zoeken. Als je hetniet ziet, pak je er een bord bij en zet je de stelling op. Dat mag op het examen ook.
Als jullie partijtjes hebben genoteerd, mag je die aan me geven en dan zal ik er naar kijken. En die kunnen we dan op het eind van de les even kort bespreken.