Spelregels(2): de telefoonregel

Naar aanleiding van een incident bij het derde ga ik hier nog even in op de telefoonregel. Dus wat moet de wedstrijdleider beslissen als er een telefoon afgaat of als duidelijk is dat een telefoon niet geheel uitstaat. De richtlijn is inmiddels al een paar jaar geldig en is te vinden in de competitiegids van de KNSB.

Richtlijn mobiele telefoon in de speelzaal

  • Verboden is het dragen van een mobiele telefoon op het lichaam, in een jas of tas die wordt meegenomen tijdens een wandeling door de speelzaal of bij bezoek aan het toilet. Een overtreding van deze regel wordt bestraft met het verlies van de partij.
  • Toegestaan is het meenemen van een mobiele telefoon tot in de speelzaal mits deze wordt uitgeschakeld bij aanvang van de partij. Deze telefoon mag:
    • in een tas of jas bewaard worden naast de speeltafel, of hangende op een stoel.
    • afgegeven worden aan een niet-spelende teamleider
    • afgegeven worden op een algemene verzamelplaats of kluis voor mobiele telefoons
    • op de speeltafel liggen
  • Bestraffen overtreding telefoon of ander elektronische communicatiemiddel in de speelzaal:
    Indien vastgesteld wordt dat een mobiele telefoon niet uitgeschakeld op een toegestane plek in de speelzaal is, dan wordt de speeltijd van de spelende eigenaar bij een eerste overtreding gehalveerd met een maximum mindering van 10 minuten. Bij een tweede overtreding verliest hij de partij en de arbiter bepaalt het resultaat van de tegenstander.

Als je dus een telefoon tijdens een wedstrijd op het lichaam draagt, is de straf altijd een nul. Als je je telefoon op tafel hebt liggen of in een jas of tas zit, is de straf anders. Onze teamcaptain van het derde had zijn telefoon op tafel liggen en die was niet volledig uitgeschakeld. Blijkbaar was zijn telefoon al verschillende keren op de speeltafel aan het trillen gegaan. Gerben durfde naar ik heb gehoord niet goed zijn telefoon helemaal uit te zetten omdat hij bang was dan juist een 0 te krijgen. In het verslag van Dordrecht is te lezen:

Ergens rond 5 uur besloot Marcel het punt te claimen omdat voor de zoveelste keer de telefoon van zijn opponent op tafel begon te trillen. Wedstrijdleider Anton kon niets anders doen dan regelementair het punt aan ons toe te kennen.

En dat is dan toch niet goed volgens de regels afgehandeld. Zodra de telefoon van je tegenstander voor de eerste keer afgaat of als duidelijk is dat de telefoon niet volledig is uitgeschakeld zet je de klok stil en roep je de wedstrijdleider. De wedstrijdleider vermindert de speeltijd van de speeltijd van de eigenaar van de telefoon met tien minuten en er wordt gewoon verder gespeeld. Dus ook al gaat je telefoon voor de eerste keer af, dan heb je bij een KNSB-wedstrijd nog steeds niet verloren. Je krijgt maximaal tien minuten tijdstraf (of de helft van je speeltijd als je minder dan twintig minuten hebt). Pas bij de tweede keer dat je telefoon afgaat of blijkt dat hij niet volledig is uitgeschakeld krijg je een 0. En dat is dan een echte nul, dus geen reglementaire nul. De wedstrijd telt mee voor de rating. Op het formulier wordt dus ook 1-0 of 0-1 genoteerd en niet 1-0R of 0-1R. Het is niet zo dat de tegenstander moet claimen voor de wedstrijdleider ingrijpt. Als de wedstrijdleider constateert dat een telefoon afgaat of dat een telefoon niet volledig uitstaat, past hij de regels toe.

Bezwaar

De beslissing van de wedstrijdleider was dus niet juist. Op het moment dat de speler van Dordrecht claimde was dat in principe de eerste overtreding en had er gewoon tien minuten tijdstraf moeten worden gegeven.
Als je het niet eens bent met een beslissing van de wedstrijdleider kun je bezwaar indienen. Dat doe je door op de achterkant van het wedstrijdformulier te noteren wat het bezwaar inhoudt. Dat wedstrijdformulier kan dan worden ondertekend door beide teamcaptains en de wedstrijdleider en worden ingestuurd naar de competitieleider. Maar je moet het bezwaar in elk geval nog dezelfde dag voor 22:00 uur melden bij de competitieleider per telefoon of per e-mail (competitieleider@schaakbond.nl). Een bezwaar is de enige reden overigens waarom een wedstrijdformulier nog ondertekend wordt. Ik onderteken als wedstrijdleider geen enkel wedstrijdformulier als er niets aan de hand is geweest en ik laat de teamcaptains ook niet tekenen. Het heeft namelijk totaal geen nut, er wordt immers niets met die wedstrijdformulieren gedaan. En enkele uren later heb je toch een prachtig overzicht van de uitslagen in Netstand. Maar als er een bezwaar is, dan kun je juist wel het wedstrijdformulier laten ondertekenen en het insturen. Dit soort informatie vind je ook in het competitiereglement (artikel 21.7). Dus een bezwaar wordt ook ontvankelijk als het wedstrijdformulier niet wordt opgestuurd maar wel wordt gemeld bij de competitieleider op dezelfde dag. De competitieleider zal dan onderzoek doen en beide partijen moeten alsnog per e-mail informatie verschaffen over het bezwaar. Als het bezwaar niet gemeld is vóór 22:00 uur op dezelfde dag bij de wedstrijdleider is het bezwaar niet meer ontvankelijk en ben je dus kansloos.

OPA (Online Panel van Arbiters)

Vanaf 2023-2024 is gebruik van het Online Panel van Arbiters (OPA) verplicht voor wedstrijdleiders. Dit houdt het volgende in. Indien de door de thuisvereniging aangewezen wedstrijdleider een arbiterslicentie van de FIDE heeft en de scheidsrechter 3 cursus met goed gevolg heeft afgerond, is de aangewezen persoon de gekwalificeerde arbiter. Voor wedstrijden waarin er een gekwalificeerde arbiter is, is deze de wedstrijdleider. Wij hebben drie van deze wedstrijdleiders binnen onze club (Ad, Erik en ikzelf). Dus als Ad of Erik thuis speelt en als wedstrijdleider aangewezen is, hoeft er geen gebruik gemaakt te worden van OPA.

  • De wedstrijdleider is op geen moment verplicht contact op te nemen met OPA.
  • De wedstrijdleider mag uiteraard ruggenspraak houden met OPA, maar blijft zelf verantwoordelijk voor de beslissing.

Voor wedstrijden waarin er géén gekwalificeerde arbiter is, zijn de arbiters van OPA de (officiële) wedstrijdleider. De hele uitleg van de OPA kun je vinden op de website van de schaakbond. Elke wedstrijdleider lager dan van het diploma scheidsrechter 3 is verplicht contact op te nemen met OPA als er bepaalde onenigheid of onduidelijkheid is. Het werkt met een WhatsApp groep. Voor de teamcaptains naar een uitwedstrijd gaan, moeten ze zeker even de link naar die WhatsApp groep opzoeken, just in case. Toevallig was ik afgelopen zaterdag overigens een van de twee leden van OPA. Het zijn saaie middagen voor de OPA. Er komt maar heel zelden een vraag.

Tenslotte nog een paar dingen:

  • Het is verplicht een exemplaar van het competitiereglement en een exemplaar van de FIDE regels in de speelzaal te hebben tijdens een wedstrijd van de KNSB. De thuisspelende ploeg is daarvoor verantwoordelijk. Ze mogen ook digitaal aanwezig zijn, dus bijvoorbeeld op een telefoon of pc. De teamcaptains wil ik adviseren altijd een competitiereglement en een FIDE-reglement mee te nemen naar uitwedstrijden, je weet maar nooit.
    • Hoeveel spelers moeten er aanwezig zijn om de wedstrijd door te laten gaan?
    • Wanneer is er sprake van overmacht als je te laat aanwezig bent?
    • Hoelang mag je een vervanger opstellen als iemand te laat dreigt te komen?
    • Wat mag een teamleider allemaal zeggen tegen zijn spelers tijdens de wedstrijd?
    • Hoelang mogen er foto’s gemaakt worden?
    • En nog iets om op te zoeken: Hoeveel wedstrijden mogen er maximaal vooruit gespeeld worden?
      Ik zal een aantal exemplaren van het competitiereglement printen en zorgen dat ze bij de juiste personen komen.
  • De telefoonregel is een KNSB-regel die dus enkel geldt voor de KNSB-competitie. Als je een avondje op de club speelt of bijvoorbeeld een toernooi dan gelden in principe de FIDE-regels. En dan is dus elk eerste piepje of ander geluidje in principe al meteen een nul. Het is dus verstandig in het toernooireglement van je club of van een toernooi op te nemen dat je de telefoonregel van de KNSB hanteert.
  • Vlak voor aanvang van de wedstrijd:
    • Leest de wedstrijdleider de opstellingen voor.
    • Noemt de wedstrijdleider het speeltempo (1 uur en 30 minuten gevolgd door 30 minuten met 30 seconden increment per zet). Vaak krijg ik als wedstrijdleider de vraag: “Krijg ik er een half uur bij als ik 40 zetten heb gedaan?” Het antwoord is nee. Beide spelers krijgen er 30 minuten bij als voor één van beide spelers de vlag valt na 1:30 uur. Op dat moment moet je dus als wedstrijdleider controleren of er 40 zetten gedaan zijn door de speler waarvan de vlag is gevallen.
    • De wedstrijdleider benoemt de Fair Play regels t.a.v. mobieltjes en horloges. Dus bij aanvang moet de telefoonregel benoemd worden en moet er expliciet gezegd worden dat je geen horloge mag dragen tijdens de wedstrijd.

Op de competitiepagina van de website van de KNSB kun je alle mogelijk informatie vinden over de KNSB competitie. Je kunt er ook van alles downloaden, zoals de competitiegids en het competitiereglement. Ik zag trouwens dat de KNSB mooie nieuwe profielfoto’s heeft laten maken van het bestuur en de medewerkers van het bondsbureau!

Geef een reactie