Overschie te sterk voor de Drionezen
De Drionezen hebben hun tweede wedstrijd in klasse 3G met 6-2 verloren tegen Overschie.
Voor ik begin aan het daadwerkelijke verslag van de wedstrijd wil ik even delen in de malaise van de andere teamcaptains. Eric en Marcel zijn deze ronde op vakantie en Koen werd na zijn eerdere afmelding toch bereid gevonden om mee te spelen. Ton zou als invaller eerst meespelen in het vierde maar schoof door naar het derde waarbij Ad zou plaatsnemen in het vierde. Bovenstaande leverde, zoals ik lees op deze site, nogal wat (door)geschuif op en daarom: hulde aan alle invallers en teamcaptains die het mogelijk hebben gemaakt om met volledige opstellingen te spelen!
Dan nu de wedstrijd: uit tegen Overschie. Na Souburg (2091) alweer zo’n kanon in klasse 3G met een gemiddelde rating van 2061. Voor de opstelling werd besloten om de gebroeders Riemens voor de ervaring eens tegen sterke tegenstanders te laten spelen op bord 1 en 2. De rest van de Drionezen schoof hierdoor twee plaatsen naar onder. De partijen begonnen na een volwaardig verkeersdrama op de A16 (Ring Oost) ietwat verlaat tegen half 2, waarbij Carlo na ernstige vertraging (noodklus voor zijn nieuwe keuken) net op tijd binnen kwam om een reglementaire nul te voorkomen.
Als eerste was Ted klaar op bord 5 tegen Ronald Ruijtenberg (1974). Ted leek met wit optisch licht voordeel te hebben uit de opening en in het vroege middenspel. Na zetherhaling claimde zijn opponent remise en hoorde ik Ted naast mij zeggen: “ik zie ook niet hoe ik verder kan komen”. Doorbraakmogelijkheden zaten niet in de stelling waardoor een puntendeling de correcte uitslag was.
Henk speelde op bord 7 met wit tegen Maurits de Jong (1957) en kreeg na een vroege dameruil een prettige stelling. Tegenovergestelde rochades, torens op a1 en b1 en knallen maar. En knallen was wat Henk deed! Een kwaliteit werd geofferd en een scherpe stelling kwam op het bord met matbeelden voor beide kanten. De stelling van Henk bleek last te hebben van een onderste rij probleem waardoor hij nadat alle stofwolken waren opgetrokken de geofferde kwaliteit nooit meer terugzag. Twee torens tegen toren en paard was voor tegenstander Maurits genoeg voor de winstvoering. De correctheid van deze uitslag werd in de post-mortem (en aanvullende email met Fritz analyse) uiteraard betwist.
Lange tijd bleef de stand 1.5-0.5 in ons nadeel totdat de tijdnoodfase aanbrak. Daar ging het helaas ook hard achteruit. Koen speelde op bord 2 met zwart tegen Erik Brandenburg (2168) en speelde een wat rare Benko. Wit sloeg niet op a6 en na Lf4, a6xb5 en Pc3 kwam b4 en Pb5. Koen ging in de denktank en kwam na veel tijd te hebben gebruikt met g5. Een aantal zetten later stonden de klokken weer gelijk, Erik kwam na lang nadenken van zijn kant met e5. Dit verzwakte de zwarte stelling waarna het tactisch voor beide partijen zeer lastig werd. Waarschijnlijk waren de verwikkelingen steeds in het voordeel van wit en de partij ging uiteindelijk dan ook verloren voor Koen.
Ton nam het op bord 8 op tegen Cor Feelders (1979). De gebaande openingspaden werden hier vermeden en er ontstond een interessante stelling voor beide kanten. Ton speelde na lange rochade van wit Dxh2 en liet Pc7+ met vork op de toren toe. De witte koning stond wat zwak maar heel concreet werd het niet voor de Drionees: 3.5-0.5.
Het eerste matchpunt verloren we op bord 3 waar Rogier het opnam tegen Robbert Fokkink (2161). Rogier zij achteraf blij te zijn dat hij zijn opening een keer goed opzette en niet vanaf zet 8 al emmers water moest gaan scheppen om niet te zinken. Lang leek hij een klein voordeeltje te hebben, zijn paard was sterker dan de zwartveldige loper van Robbert. Nadat het witte plan geneutraliseerd was bleek zwart echter de enige te zijn die vooruitgang kon boeken. Rogier zag het van ver aankomen, keepte zijn stelling en maakte remise. In de post-mortem bleek dit dan weer net het moment te zijn waar juist wit weer kansen heeft om voor het volle punt te gaan. 4.0-1.0
Ikzelf speelde op bord 6 met zwart tegen Karel Looijmans (2078) een partij waar ik zonder schade uit de opening kwam maar in het vroege middenspel het initiatief helaas overliet aan wit. In de verdediging wist ik de juiste zetten te vinden om mijn stelling overeind te houden en kon ik afwikkelen naar een eindspel waar alle dreiging uit verdwenen was. Andere voortzettingen van wit leidden in de analyse tot tweesnijdende stellingen waar wit wellicht een klein voordeeltje behield, al was het niet veel.
Carlo was op bord 4 als een speer van start gegaan tegen Albert Segers (2033). De eerste 17 zetten kwamen pijlsnel op het bord, Carlo zat dan ook in een openingssysteem dat hij goed kende. Dit was pretting aangezien de tijd op zijn klok danig geslonken was door zijn forse vertraging. Na het uitstekende en overwachte Pf1 van wit, kwamen de centrumpionnen van zwart onder vuur te liggen. Carlo moest verdedigen met zijn paard, uitgerekend het stuk waar hij grootste aanvalsplannen mee had. Snel hierna werd de vrede getekend. 5.0-2.0
Als laatste was Noud bezig op bord 1 tegen Henk Ochtman (2146). Noud speelde een keurige partij, kwam prima in het middenspel en kon met slechts een klein nadeeltje een eindspel in. Noud blokkeerde de vrijpion van zijn tegenstander en bood bij een stand van 1.5-0.5 remise aan. Henk dacht anders over de stelling en speelde door. De blokkade van de vrijpion werd opgeheven door een loperoffer en Henk stond even later met dame en toren tegen twee torens en loper van Noud. Beide koningen stonden op de tocht en een klein foutje van een van beiden zou de partij beslissen. Helaas kon Noud geen mat of eeuwig schaak forceren. Henk vlocht een matbeeld in de stelling waar Noud meer uit ontsnapte. Eindstand 6-2
Conclusie na twee speelronden: Ted heeft een TPR van 2287 en staat 8e in de topscorerslijst. Twee keer een nederlaag: 6-2. Het waren geen walk-overs maar wel terechte nederlagen. We bieden partij maar het moet beter als we echte kansen willen maken. Volgende ronde tegen Charlois Europoort 2, wederom een sterk team. Willen we kans maken op behoud dan zullen we het tegen de ‘zwakkere broeders’ in 3G moeten bewijzen.