Ontpennen

Bij dit onderwerp hebben we geleerd hoe je een tegenaanval kunt plaatsen als je tegenstander onterecht denkt gebruik te kunnen maken van een penning. Aan de hand van de voorbeelden zal duidelijk worden wat hier mee bedoeld wordt. Het gaat om bladzijde 45 van het werkboek. In alle gevallen wordt er een zet gegeven onder het diagram die niet goed is. Er kan een stuk of een pion geslagen worden dankzij een penning. Maar door de penning ongedaan te maken kun je een winnende tegenaanval plaatsen. In alle gevallen moet je drie zetten noteren bij de opgaven en dat is niet zo makkelijk. We hebben in tweetallen geoefend en de stellingen opgezet, zodat je een beter overzicht hebt. Op het examen krijg je ook een bord en stukken en mag je elke stelling opzetten om het probleem op te lossen.

Probeer de volgende zoekstrategie toe te passen:

  • De tegenstander slaat een stuk of een pion vanwege een penning.
  • Welk stuk of welke pion staat er gepend?
  • Kun je een zet doen waardoor de penning wordt opgeheven?
  • Probeer bijvoorbeeld schaak te geven met een ander stuk.
  • Of sla het stuk dat de penning veroorzaakt.

Zwart speelt Dxb5. Het witte paard op c3 staat gepend en de zwarte dame mag niet worden geslagen. Maar wit heeft een mooie tegenaanval.

Wit slaat met de dame op e5. Zwart kan de dame niet slaan met de loper, want die zwarte loper staat gepend door de witte toren op d1.

Zwart slaat het witte paard op e5 met de dame. Wit kan niet terugnemen met het witte paard op f3 want dan gaat de dame verloren.

Zwart slaat met de dame de pion op d3. Wit kan niet slaan met de dame want het witte paard op f2 kan niet terugslaan vanwege mat op f1.

Geef een reactie