Niet het seizoen voor het derde
In de laatste ronde van seizoen 2009-2010 staat er niets meer op het spel voor het derde van De Pion. Eerder in het seizoen werd al nipt verloren van WLC 1 en De Raadsheer 1, waardoor het kampioenschap al afgeschreven is.
De laatste ronde tegen D4 2 wordt het een zware dag, met een gemiddelde rating van ongeveer 1900 is dit de op papier moeilijkste tegenstander in de eerste klasse. Maar ook voor D4 2 staat er niets meer op het spel; 4-4 lijkt dus een mooie uitslag.
Onze tegenstanders komen met zeven man in de basisopstelling, waardoor het eerste punt reglementair naar ons gaat. Het is op papier een voorsprong, maar kan psychologisch tegen je werken. Aan het einde van de dag kunnen we filosoferen of het een positieve of negatieve uitwerking heeft gehad op het team.
Eén minuut voor de wedstrijd wordt er nog een opvallende wissel doorgevoerd, Bart Peeters zal in de verdediging (op bord zeven) moeten opereren in tegenstelling tot de aanvallende positie (bord twee) die hij in de training had. Een afleidingsmanoeuvre voor onze tegenstanders.
Erik-Jan Colijn is als eerste klaar, met de zwarte formatie denkt EJ een stuk te gaan verliezen en geeft op. Omstanders en tegenstander Robbert van Vossen zijn verbaasd over de opgave van EJ, want het stuk zou niet verloren zijn gegaan. Een psychologische dreun voor het team, waardoor op papier de stand gelijk getrokken is, maar in werkelijkheid staan we wellicht met 2-0 achter.
Op het vierde bord is Ivo Kok voortvarend van start gegaan, waardoor een hele mooie koningsaanval op het bord is gekomen. Met een aantal onnauwkeurige cq. timide zetten wordt het voordeel in de stelling geneutraliseerd en, na overleg met de teamleider, wordt de vrede getekend. Zonde, want er had toch echt meer in gezeten.
Op het zesde bord is de uit vorm zijnde Erik van Elven aan het knoeien, waardoor het op het bord gekomen eindspel er niet okselfris uit ziet. Erik is ook absoluut niet tevreden over de stelling en denkt dat hij langzaam zal gaan verliezen. Een aantal nauwkeurige zetten van Erik en een aantal onnauwkeurige zetten van Anton Klaassen zorgen ervoor dat een evenwichtig eindspel wordt bereikt, waardoor Erik en Anton remise overeenkomen.
Laatste tijd speelt Cees IJzermans erg goed, waardoor het derde bord door hem wordt bezet. De partij gaat continu gelijk op, maar Cees weet het tegen Henk-Jan Janssen met een rating van bijna 250 punten meer niet te redden.
In een Konings-Indisch krijgt ‘wisselspeler’ Bart Peeters een sloot aan tempi cadeau, waardoor hij een mooie aanval weet op te bouwen. De aanval wordt steeds concreter en leidt uiteindelijk tot mat. Wederom is op papier de stand weer gelijk…
Onze bord 1,8 (gemiddeld) speler Bo de Veth krijgt een licht voordeel na de opening, maar door tijdnood wordt het lichte voordeel steeds minder en slaat zelfs om in een licht nadeel. Alles is nog binnen remise marges, maar de tijd speelt een grote rol. Uiteindelijk laat Bo zich truuken en verliest daardoor een kwaliteit en daarmee de partij. Een domper voor Bo, want hij heeft ook in de gaten dat dit ervoor zal zorgen dat wij met 4,5 – 3,5 zullen verliezen.
Als laatste is Arco Schumacher nog aan het schuiven in een dooie stelling, alles is dicht geschoven en er zijn geen mogelijkheden om nog iets uit de stelling te halen. Remise is dan de enige mogelijke uitslag, waardoor een 4,5 – 3,5 verlies definitief is.
Ook de laatste wedstrijd van het seizoen 2009-2010 zit er weer op, waarbij de laatste ronde kenmerkend is voor het hele seizoen. Veel potentie, maar het is er allemaal niet uitgekomen. Op naar het volgende seizoen, met een nieuwe teamleider, een nieuwe wind en wellicht een nieuwe formatie.
De Pion 3 – D4 2
1. Bo de Veth (1972) – Maykel Smits (2099) 0 – 1
2. Ton van der Werf (1897) – NO 1 – 0 Regl.
3. Cees IJzermans (1831) – Henk-Jan Janssen (2079) 0 – 1
4. Ivo Kok (1918) – Pierre Jaspers (1932) ½ – ½
5. Erik-Jan Colijn (1899) – Robbert van Vossen (2010) 0 – 1
6. Erik van Elven (1821) – Anton Klaassen (1736) ½ – ½
7. Bart Peeters (1781) – Pieter Sandijck (1680) 1 – 0
8. Arco Schumacher (1757) – Karg Brunner (1731) ½ – ½