Mix
We zijn de les begonnen met het maken van de Mix op bladzijde 30. Je moet bij die opgaven zelf bedenken wat het thema is. Dat kan bijvoorbeeld zijn uitschakelen verdediging, röntgenaanval, pat, verdedig tegen dubbele aanval, remise door onvoldoende materiaal, dubbele aanval of eeuwig schaak. Als je in het diagram ziet dat de speler die aan zet is heel erg veel materiaal achterstaat, dan moet je proberen remise te maken met een truc die naar pat leidt of met eeuwig schaak. Ik heb ze nagekeken en ze waren best goed gemaakt! Nummer 3 is moeilijk te vinden (pat) en bij nummer 9 moet je met de toren de pion er af jassen. Dan heb je remise want met twee paarden kun je geen mat zetten.
Voortaan gaan we ook elke les even naar een opening kijken. Ik wilde beginnen met het vierpaardenspel maar op verzoek van Guus en Yfke kwam er een andere opening op het bord: het tweepaardenspel in de nahand. Als je dat met wit speelt en zwart kent het niet, dan heb je een prachtige aanval. Als je het met wit speelt en zwart kent het, dan komt zwart iets beter te staan. Je hebt in ieder geval een leuke partij!
Het gaat zo:
1. e4, e5
2. Pf3, Pc6
3. Lc4, Pf6
4. Pg5
Max Euwe (de enige Nederlandse wereldkampioen schaken) noemde dit een knoeierszet.
Zwart heeft maar één zet om het slaan op f7 te voorkomen en dat is:
4. …, d5
5. exd5
Als zwart het nu niet goed kent, slaat hij de pion terug met het paard.
5. …, Pxd5
Wit kan nu het paard offeren op f7!
6. Pxf7
Zwart moet het paard slaan met de koning. Er is een dubbele aanval op de dame en een toren.
6. …, Kxf7
En wit speelt
7. Df3+
Het paard op d4 staat nu dubbel aangevallen en de rokade is al kapot voor zwart. De koning staat onveilig. Al zwart niet naar d6 gaat om het paard te verdedigen kan wit het paard al slaan en het kan zomaar heel snel mat gaan. Als zwart wel naar d6 gaat, ga je spelen op de penning van het paard met Pc3. Zwart kan nog wat tegenstribbelen maar wit heeft de beste kansen ondanks een stuk minder.
Als zwart de opening kent, gaat het zo:
5. …, Pa5
6. Lc4+, c6
7. dxc6, bxc6
Niet met het paard slaan dus, maar met de pion zodat de loper van wit aangevallen wordt. En nu is de vraag: waar moet de loper heen? Het ziet er een beetje raar uit maar de beste zet voor wit is dan:
8. Ld3 !
Zwart zal nu het paard wegjagen met a6 (in de partij op het Tata ging het overigens anders!) Vanwege Ld3 kan het paard altijd veilig terug naar e4.
Na 8. Le2 speelt zwart eerst a6. Het paard gaat terug naar f3 en zwart kan verder gaan met e4. Op beide manieren is de stelling gelijk. Zwart heeft een kleine ontwikkelingsvoorsprong maar staat een pion achter, en het paard op a5 moet nog naar een beter veld.
Dus met wit kun je Pg5 best spelen. Je hebt dan in ieder geval een leuke partij. En met zwart kun je Pg5 uitlokken als je het goed kent. Je hoeft je met zwart geen zorgen te maken. Je moet nog rokeren en de lopers staan al gereed om mee te doen.
Ondanks de benaming knoeierszet kun je dus best Pg5 spelen. Ik zag de zet nog voorbijkomen op het Tata in ronde 9. De Indiër Praggnanandhaa won er mee! Vooral het eind was mooi!