Mannêh verzaken
Met alleen nog een theoretische kans om te degraderen begonnen de Mannêh aan wat een sportief middagje had moeten worden. Twee bordpunten zouden een honderd procent zekerheid bieden, het werden er anderhalf. Weer bleek dat de druk op de ketel moet staan om de Mannêh in beweging te krijgen.
Slechts drie remises waren ons deel. Maar liefst vijf partijen gingen verloren. Paul verloor als eerste. Kort daarna stond grote broer Peter bij mij aan het bord om mij te melden dat hij een remiseaanbod had ontvangen. In de wetenschap dat we op de borden vijf tot en met acht tenminste drie hele goede stellingen hadden stemde ik toe.
Mijn eigen stelling was op dat moment een dubbeltje op zijn kant, maar toen ik op een belangrijk moment na een half uur nadenken een kwaliteit wegblunderde was het snel beslist. “Hoe langer je denkt, hoe slechter ze worden, die zetten” hoor ik Ted zeer recent nog overpeinzen.
Toen ik daarna een rondje langs de borden maakte schrok ik me wezenloos. Waar waren al die goede stellingen gebleven? De Mannêh hadden een collectieve off day zo bleek. Marcel en Ngo Hin stonden beide beter tot gewonnen, maar verloren na de partij uit hun handen te hebben laten glippen. Carlo en Marloes konden nog een halfje redden. Tedjes had zijn nederlaag al ruimschoots verwerkt met een paar glazen Westmalle Dubbel.
Recapitulatie van het seizoen. Zes matchpunten is beduidend minder dan de voorgaande seizoenen dat we in de derde klasse speelden. Een zeer matig seizoen voor Het Tweede dus, maar gelukkig bleven we nog boven de degradatiestreep.
De Manneh (1971) – Messemaker 1847 II (2002) 1½-6½
Peter Kuijpers (2078) – Erich Karstan (2109) ½ – ½
Paul Kuijpers (2027) – Eduard van Dijk (2029) 0 – 1
Ted van Eck (2027) – Jan Cheung (2055) 0 – 1
Eric van Loon (1922) – Arjan van der Leij (1990) 0 – 1
Carlo Rens (2027) – Frans Bottenberg (2069) ½ – ½
Marcel Huijser (1945) – Remco Hylkema (2043) 0 – 1
Marloes Peeters (1911) – Diko Kalkdijk (1782) ½ – ½
Ngo Hin Cheng (1829) – Kees Brinkers (1938) 0 – 1