Het Tweede wint
Voor de vierde keer stond het treffen met onze vrienden van Souburg op het menu. Altijd lastig, altijd 4-4. Nog nooit hebben wij of zij deze match kunnen winnen. Souburg had zich versterkt met het aantrekken van René Tiggelman. Maar we wisten dat dat niet veel zou uitmaken, immers het ging toch 4-4 worden.
Dit seizoen hadden we speciaal aangevraagd of dit in Souburg gespeeld kon worden, aangezien we tot nu toe alleen nog maar in Merks hadden gespeeld. Souburg heeft namelijk een erg gezellig clubhuis. Daar aangekomen bleek Souburg ernstig verzwakt te zijn; ze moesten drie basisspelers missen, onder wie… René Tiggelman. Wij waren op papier ook niet in onze sterkste formatie, daar Peter en Paul niet mee konden.
De middag begon uitstekend voor de Mannêh. Marloes scoorde volgens zeggen van haar tegenstander een regelmatige overwinning. Onnauwkeurigheden werden door Marloes, zoals gewoonlijk, onverbiddelijk afgestraft. Ook Marcel won het eeuwige duel van de sympathieke teamleider van het Souburgse: Roeland (Housâh – Hightowâh). Marcel kwam erg verkreukeld uit de opening. De winst lag echter niet voor de hand en Roeland vond deze achter het bord dan ook niet. Het resterende eindspel maakte Marcel gedecideerd af. Ietwat gefrustreerd gooide ik hem vanochtend in Fritz8 (na de partij 2 uur lang vruchteloos naar de winst gezocht…) en deze maakte wel koeltjes korte metten met Marcel’s stelling.
Een ietwat bloedeloze remise van Tedjes tegen de altijd goedlachse Robin bepaalde de tussenstand op ½-2½. Toen was het de beurt aan Souburg. Benny speelde tegen Corné een moeilijke pot. Een Aljechin leidde tot een verdrukte stelling en Corné wist goed raad met het ruimtevoordeel. Hij kreeg steeds meer aanknopingspunten in de zwarte stelling en kon de zwarte koning uitroken. Niet veel later streek Benny de vlag. Ook Ngo Hin kon niet imponeren. Al vroeg in de opening vervlakte de stelling tot remise en lang doorspelen (op verzoek van de TL van Het Tweede) leverde slechts een kortere batterijduur van de klok op. De tussenstand was inmiddels 2-3 en minstens een gelijkspel (!!!) zat er wel in voor de Mannêh.
Het eerste matchpunt werd door de TL opgetekend. Hij speelde tegen Jeroen een Trompowski, waarbij ze lang hun partij van het vorige seizoen volgden. Een miniscule *kuch kuch* verbetering leidde tot een middenspel wat nagenoeg gelijk stond. Jeroen produceerde echter een onnauwkeurigheid, waardoor hij zich liet vastpinnen. Dit leidde later tot minstens pionverlies, wat uiteindelijk een volle kwaliteit opleverde. Het eindspel was verder weinig interessant. Eric speelde tegen de nestor van Souburg 1: Koos Zomer. Er kwam een zijvariantje op het bord van een Siciliaan, die Eric niet goed genoeg kende, maar wel tot zet 19 met het nodige gepijns binnen de gebaande wegen kon houden. Het vervolg werd door Koos beter behandeld en er kwam een technisch verloren eindspel voor Eric op het bord. Na een tijdje zwoegen werd het punt officieel aan Koos overhandigd.
Tot slot zat Carlo nog te schaken. De tussenstand was inmiddels 3-4, er was dus nog een matchpunt te vergeven. Na een mislukte Sveshnikov had Collin 2 boeren buitgemaakt, maar de stelling was erg tweesnijdend, omdat Carlo een flink gat in de witte koningsstelling had geblazen. In de finale tijdnoodfase bleef Carlo het initiatief behouden en dit bleek uiteindelijk belangrijker dan de 2 pionnen, omdat Collin de eerste fout maakte. Hij leverde een kwaliteit in, en de stelling die overbleef bood ook meteen geen perspectieven meer. Carlo kon ook de 2 pionnen achterstand toen inlopen en er restte Collin niets anders dan het logische remise aanbod aan te nemen.
Eindstand dus 4-4. Excusez moi. Het is helemaal geen 4-4 geworden. We hebben gebroken met een traditie, er heeft een team gewonnen. Het zal er wel op uitlopen, dat Souburg dan volgend seizoen met 4½-3½ gaat winnen. Dan zijn we weer in evenwicht.
Wat in ieder geval niet veranderde, was dat het met de mannen van Souburg weer erg gezellig was. Er was zoals gewoonlijk geen negatief momentje te bespeuren, hoogtepuntje van het seizoen.
Souburg (1978) – Het Tweede (1946) 3½ – 4½
1. Jeroen Hekhuis (2065) – Rogier van Loon (2054) 0-1
2. Collin Boelhouwer (2051) – Carlo Rens (2031) ½-½
3. Koos Zomer (1989) – Eric van Loon (1920) 1-0
4. Robin Bosters (1995) – Ted van Eck (2014) ½-½
5. Rogier van Gemert (1835) – Marloes Peeters (1929) 0-1
6. Roeland Alders (1965) – Marcel Huijser (1928) 0-1
7. Bert Henderikse (1978) – Ngo Hin Cheng (1879) ½-½
8. Corné Boogaard (1948) – Benny Onrust (1814) 1-0
De uitslagen en stand van KNSB 3F zijn hier te vinden.