Het middenrif volledig gekliefd.
Voor het eerst in de geschiedenis van De Pion I reisden we in het kader van een uitwedstrijd met de trein. De reden was een bekend en aangekondigd parkeerprobleem in de wijde omtrek van de speelzaal van RSR/Ivoren Toren die in het centrum van Rotterdam is gelegen. Vooraf leken de problemen zich al op te stapelen, want op vrijdag vond een treinbotsing bij Barendrecht plaats, waarvan de ravage op zaterdag nog niet was opgeruimd. Tot mijn verbazing verliep de heenreis voorspoedig, er was geen enkele vertraging. De terugreis zou het evenwel anders zijn.
De wandeling vanaf Station Blaak naar het speellokaal onder leiding van Rotterdamkenner Charles was in het zonnetje genoeglijk en voerde onder meer langs de woning van tweede- teamspeler Paul. Niets leek meer een succesvolle rentree in de eerste klasse KNSB in de weg te staan.
In de speelzaal bleek dat onze opponenten op volle sterkte waren opgekomen. Gegeven het feit dat dit team vorig jaar derde eindigde in de eerste klasse, stond ons een zware vuurproef te wachten.
Het begon al met een nogal benauwde opstelling van de borden. Ellebogenwerk was onmogelijk, kopjes koffie en flesjes frisdrank dreigden voortdurend van tafel te worden gestoten en er was ternauwernood ruimte voor het notatiebiljet, dat half onder het bord moest worden geschoven om op de rest te kunnen schrijven met een ondergrond.
Er zijn mensen die dat knus noemen…….
Wel was er een gezellige bar met vooroorlogse prijzen, dat maakte wel weer iets goed. Maar goed, we kwamen toch om te schaken.
De wedstrijd verliep aanvankelijk rustig. Het ging zo op het oog gelijk op. Dat was reden voor Charles Kuijpers met zwart op bord 10 om zijn tegenstander Harmen van der Werken na een moeizaam verlopen opening op de dertiende zet tactisch remise aan te bieden, zulks uiteraard na uitvoerig overleg met teamleider Charles. Die fronste weliswaar zijn wenkbrauwen doch stond het aanbod gelet op de stelling toch maar toe. Het aanbod werd aangenomen.
De tweede uitslag, ook remise, viel enige tijd later op het tweede bord. Stefan Colijn offerde (gaf weg?) met zwart na een slappe opening een pion tegen Oscar van Veen, maar hield er wel een mooi loperpaar aan over. Stefan had voldoende compensatie en een dynamische remise was een terecht resultaat.
Onze nieuwe eerstebordspeler Stefan Docx kweet zich bij zijn debuut voortreffelijk van zijn taak. Ten koste van enkele pionnen leek tegenstander Joost van Ruitenburg een sterke aanval op gang te brengen, maar achteraf verklaarde Stefan dat er niet veel aan de hand was. Hij incasseerde rustig een stuk en schoof de stelling vervolgens beheerst uit. En zo stonden we zelfs voor (1-2).
Helaas begonnen zich op enkele borden donkere wolken samen te pakken boven de stellingen van onze mannen. De eerste uitbarsting volgde bij Jan Schuurmans op bord 7. Jan kwam iets beter uit de opening, had vage aanvalskansen en trok onvervaard in de richting van de vijandelijke koning. Een kwaliteitsoffer bracht niet het gehoopte rendement omdat tegenstander Wim Koster zich koelbloedig verdedigde.
Een van de mooiste partijen werd gespeeld aan het zesde bord tussen Rob van der Plas en Robert Schuermans. De witspeler trok in een Ben-Oni zeer fel van leer. Al snel stond er een pionnenwals klaar op d5-e4-f4-g4. Rob creëerde met groot geweld een doorbraak, waarna Robert verderop een kwaliteit verloor. Daarna was de zwarte stelling al snel kansloos.
Onze tweede nieuwkomer (al is die benaming eigenlijk niet juist want hij heeft in vroeger tijden al vele jaren in ons team gespeeld) Thierry Penson speelde op bord 3 een spannende partij. Lange tijd gebeurde er weinig en stonden de spelers als slanke sumoworstelaars een beetje tegen elkaar aan te duwen, maar toen Thierry een pion won in het buitengebied trok tegenstander Joost van Rosmalen fel ten aanval. Die bleek zo sterk dat Thierry in een zetherhaling moest berusten.
Op bord 5 speelde Andy Baert met wit de Siciliaan van Nathanael Spaan zeer agressief tegen. Hij offerde –zonder iets te slaan- een loper op b5 en kreeg sterke druk tegen de zwarte stelling. Het thema is wel bekend, maar wordt veelal gespeeld na inlassing van a2-a3 en b7-b5, waarna wit dus op b5 alvast een pion meepakt en pion a2 niet instaat. Vermoedelijk een belangrijk verschil ten gunste van zwart. Spaan verdedigde zich accuraat en ondanks manhaftige pogingen van Andy om de aanval gaande te houden, kon hij het niet droog houden. En zo stond het 4 ½ – 2 ½ .
Gezien de stand op de overige borden was een matchpunt illusoir. Op bord 8 bestreed David Du Pont met zwart het Siciliaans met c3 van Dolf Meijer goed en leek een klein plusje te hebben in het middenspel. Dolf hield zijn stelling creatief bij elkaar en nam langzaam maar zeker het heft in handen. Uiteindelijk resulteerde het in een voor David verloren toreneindspel, en daarmee was het doek gevallen.
We kwamen nog even terug door een overwinning van Ludo Tolhuizen op het vierde bord. Lange tijd ging zijn partij tegen Herbert van Buitenen gelijk op. In het verre middenspel kreeg Ludo licht voordeel dat hij uitbouwde tot een gunstig uitziend toreneindspel dat echter nog knap lastig bleek. Ludo speelde het met veel verve en accuratesse naar winst.
Als laatste eindigde de partij van Rogier van Loon op bord 9 tegen Richard Ammerlaan. Rogier speelde de opening en het middenspel voortreffelijk en had lange tijd groot voordeel. In de buurt van de veertigste zet ging Rogier in de fout waardoor Richard terug in de partij kwam en de overhand kreeg. Lange tijd gaf Rogier geen krimp, en hoewel hij gedrukt stond, leek het remise te gaan worden. Toen zijn stelling erg benauwd geworden was, bouwde Richard een aardig grapje in dat de partij direct besliste.
En zo was het dus 6 ½ – 3 ½ geworden. Misschien wat geflatteerd, maar de nederlaag –ik krijg het bijna niet uit mijn toetsenbord geperst- was toch wel verdiend. Helaas ligt het kampioenschap nu iets verder weg dan vóór de wedstrijd. 🙂
De terugreis werd weer voer voor mijn attitude om reizen met de trein tot het absolute minimum te beperken. Zodra de trein vanuit Rotterdam-Blaak zich in beweging had gezet, werd er omgeroepen dat hij niet verder ging dan Rotterdam-Lombardijen (u weet wel, van die koningin….). Daar kwam na geruime tijd een trein met het opschrift Roosendaal waardoor ons moreel een duwtje in de goede richting kreeg. Die trein bleek echter niet verder te rijden dan Dordrecht. Uiteindelijk zijn we toch gezellig keuvelend rond half negen des avonds in Roosendaal aangekomen……
De gedetailleerde uitslag:
1. Joost van Ruitenburg (2299) – Stefan Docx (2239) 0 – 1
2. Oscar van Veen (2269) – Stefan Colijn (2250) ½ – ½
3. Joost van Rosmalen (2172) – Thierry Penson (NC) ½ – ½
4. Herbert van Buitenen (2132) – Ludo Tolhuizen (2199) 0 – 1
5. Nathanael Spaan (2220) – Andy Baert (2194) 1 – 0
6. Rob van der Plas (2144) – Robert Schuermans (2118) 1 – 0
7. Wim Koster (2199) – Jan Schuurmans (2141) 1 – 0
8. Dolf Meijer (2219) – David Du Pont (2080) 1 – 0
9. Richard Ammerlaan (2215) – Rogier van Loon (2041) 1 – 0
10.Harmen van der Werken (2047) – Charles Kuijpers (2018) ½ – ½