Het doek is formeel niet maar feitelijk wel gevallen…..
De voorlaatste ronde bracht De Pion 1 thuis tegen Wageningen. We moesten alles op alles zetten in een ultieme poging tot lijfsbehoud in de eerste klasse. Wageningen verscheen op volle oorlogssterkte. De instructies van de teamleider van De Pion waren zoals altijd glashelder: deze keer geen remises, iedereen speelt op winst tot aan het gaatje.
De wedstrijd verliep ongunstig. Al vrij snel kwamen we op forse achterstand.
Op het derde bord speelde Thierry Penson met zwart tegen de sterke FM Sander van Eijk. In een onorthodoxe Siciliaan kreeg wit groot positievoordeel en het pleit werd beslecht toen Thierry zijn dame op a2 liet insluiten.
Niet veel later volgde de tweede teleurstelling. Andy Baert met zwart op bord 5 bood zijn tegenstander Bert Torn een wel zeer eenvoudige stukwinst aan, die de teamleider van Wageningen niet aan zich voorbij liet gaan.
Daarna gebeurde er lange tijd niet veel doch de stellingsbeelden tezamen boden weinig hoop op matchpunten.
Even kwam De Pion terug in de wedstrijd toen Pim Eerens op bord 9 zijn tegenstander David van Eekhout aftroefde in een tactisch complexe stelling. Beheerst stelde Pim zijn materiaalvoordeel veilig, daarbij de ruimschoots aanwezige mijnenvelden behoedzaam ontwijkend.
Op het eerste bord speelde Stefan Docx met zwart een interessante partij met Koningsindische structuren tegen Jan Timman. De witspeler was steeds aan het roer, en combineerde positiespel met een vleugje tactiek. Stefan moest na wat onontkoombare onderste-rij-grapjes de vlag strijken.
Daarna viel de uitslag op het tweede bord. Stefan Colijn speelde met wit “oude mannen” tegen IM Yochanan Afek. Lange tijd had hij redelijk tot goed spel, maar in het toreneindspel ging Stefan ten onder.
Teamleider Charles Kuijpers had op het laatste moment het strijdperk betreden toen Eric van Loon zich in de ochtend onbekwaam tot spelen meldde. Op het tiende bord met wit had Charles na het Engels uiteraard de hele partij een voordeeltje in handen. In wederzijdse lichte tijdnood hield hij deze keer het hoofd wel koel, in tegenstelling tot opponent Arjen van Herwaarden die op de veertigste zet een stuk wegblunderde. De Wageninger speelde nog lang door in volkomen kansloze stelling.
En zo stond het 2-4.
Kansen op matchpunten waren er in het geheel niet, ofschoon er door de onzen hard werd gevochten.
Op het zevende bord speelde Rogier van Loon met zwart zijn vertrouwde opening. Dit belette zijn tegenstander Fred Jonker niet om sterke positionele druk op te bouwen. Rogier belandde in een verloren toreneindspel dat de witspeler ondanks hevig verzet van Rogier voorbeeldig uitschoof.
Robert Schuermans had met wit op bord 8 het Koningsgambiet van stal gehaald. De openingsfase was interessant. Robert leek er goed uit te komen. Na veel slagwisselingen die uw verslaggever gemist heeft, was er een ongebruikelijke materiaalverhouding ontstaan die als enige reële uitslag remise gaf.
Onze sterinvalster Arlette van Weersel speelde op bord 6 met wit tegen een Franse structuur. Dat is vaak een lastige opgave. Zo ook hier. Na veel duw- en trekwerk van beide kanten eindigde ook deze partij onontkoombaar in een puntendeling.
De laatste partij eindigde op bord 4 waar Ludo Tolhuizen met wit een kwaliteit offerde in wat hij een riskante winstpoging noemde. Dat risico viel wel mee. Tegen het einde had Ludo zelfs even vier pionnen voor de kwaliteit waar zijn tegenstander nog slechts een kale toren had. Er zat echter te weinig coherentie in de witte stelling, waardoor het alsnog remise werd.
En zo stond er een nederlaag van het team op de borden.
Feitelijk is degradatie reeds een ronde voor het einde van de competitie een feit. Slechts in een volstrekt irreëel scenario kunnen we ons nog handhaven. Wij moeten dan tegen Eindhoven 8 ½ bordpunt méér scoren dan De Wijker Toren tegen Voerendaal.
De opdracht van de teamleider voor de komende wedstrijd is derhalve wederom klip en klaar: we gaan voor de 10-0, iets anders mag en kan niet.
1. Stefan Docx (2397) – Jan Timman (2577) 0 – 1
2. Stefan Colijn (2166) – Yochanan Afek (2305) 0 – 1
3. Thierry Penson (2238) – Sander van Eijk (2334) 0 – 1
4. Ludo Tolhuizen (2163) – Hendrik Marks (2233) ½ – ½
5. Andy Baert (2210) – Bert Torn (2104) 0 – 1
6. Arlette van Weersel (2182) – Erwin Oorebeek (2097) ½ – ½
7. Rogier van Loon (2024) – Fred Jonker (2120) 0 – 1
8. Robert Schuermans (2149) – Jeroen Franssen (2015) ½ – ½
9. Pim Eerens (2137) – David van Eekhout (2111) 1 – 0
10. Charles Kuijpers (1982) – Arjen van Herwaarden (2093) 1 – 0