Gelijkspel De Pion I in Zeist
Vandaag stond voor het eerste team van De Pion een uitwedstrijd in Zeist tegen de club met gelijke naam op het programma. Onze tegenstanders hadden alle drie gespeelde ronden hun wedstrijd met 5-3 verloren. Zij hadden echter een relatief zwaar programma achter de rug, en wij misten Marc Dogge en Jan Schuurmans, die beiden de griep hadden.
En omdat Zeist (voor het eerst) op volle sterkte aantrad, was de wedstrijd open.
Onder het wakend oog van twee mensgrote heiligenbeelden (de locatie heet dan ook Maria-Oord) startten de partijen met ongeveer een kwartier vertraging; onze tegenstanders waren zo vriendelijk wat later te beginnen omdat vijf van onze spelers te laat arriveerden.
Voor teamleider Charles Kuijpers was het bezoek aan Zeist tevens een weerzien van enkele (zeer) oude bekenden. Zo vond 36 jaar na de befaamde partij Kuijpers-Viergever (Nederlands jeugdkampioenschap 1970) een nieuwe ontmoeting plaats tussen beiden, zij het niet achter het bord. Max bleek na de vorige ontmoeting een glanzende wetenschappelijke loopbaan te hebben gemaakt. Dat hij ook nog kan schaken, bleek vanmiddag, maar daarover straks meer.
De score werd geopend op het zesde bord. Janton van Apeldoorn zette een Blackmar-Diemergambiet op het bord, dat door Pim Eerens op bijzondere wijze werd geweigerd. Beide spelers gingen creatief te werk. Een witte pion op e6 verlamde de zwarte stelling enigszins, doch Pim speelde er gewoon omheen. Toch hield hij het niet droog. De onderontwikkeling van zijn damevleugel werd hem uiteindelijk fataal.
Onze invaller Benny Todts speelde op bord 8 met zwart tegen Jeroen Selier een evenwichtige partij waarin nooit echt iets gebeurde. Nadat de teamleider hem de eerste keer nog had geboden geen remise aan te bieden, kon deze het de tweede keer gezien de stelling in redelijkheid niet meer weigeren, hoewel de stand van de overige borden ten hoogste een gelijkspel beloofde.
De derde beslissing viel op het eerste bord. Ludo Tolhuizen wist de stelling van Henrik Porte na een moment van onachtzaamheid niet te kraken. De tweede remise was een feit.
Charles Kuijpers had met wit op bord 7 tegen René Buisman zijn gebruikelijke microscopische voordeel. In lichte tijdnood durfde hij een –naar later bleek uitstekende- gewaagd uitziende voortzetting niet te spelen waarna de stelling snel vervlakte. De derde –en voor Charles de vierde- remise was daar.
In de eerste tijdnoodfase wonnen twee Pionspelers op rij. Allereerst Peter Dankers, die wederom in zeer hoge tijdnood zijn sterkste zetten deed en dwars door de stelling van Peggy van Amerongen (bij de Westbrabanders beter bekend als Peggy Jansen uit Etten-Leur) ging, compleet met mat in de laatste minuut.
Stefan Colijn speelde met wit op bord 5 een uitstekende partij tegen de sterke Frank Lommers. Stefan overspeelde zijn opponent volledig, maar daarna haperde de machine even. Met een krachtig slotoffensief kwam het punt alsnog binnen.
Zo stond het 2,5-3,5. De laatste twee partijen boden echter niet veel perspectief. Robert Schuermans stond op bord 2 met zwart tegen Max Viergever in een scherpe stelling al lange tijd slecht tot verloren. Langdurige weerstand mocht hem niet baten. Viergever haalde met solide spel het punt binnen. Het is lang geleden dat Robert zo verloor.
Als laatste eindigde de partij van Andy Baert met zwart op bord 4. Hij speelde tegen de sterkste Zeistenaar een vreemde partij. Een totaal onverwacht stukoffer van Andy bracht steeds meer compensatie en resulteerde in een eindspel van toren en stuk met een pluspion voor Andy. Pieter Baltus kon de stelling echter vrij gemakkelijk remise houden, omdat de pionnen alle op één vleugel stonden.
Het werd dus een gelijkspel in de wedstrijd tussen de nummer één en de nummer laatst, waarmee de nummer één niet eens echt ontevreden was.
Het degradatiespook is definitief uit beeld
Zeist De Pion I
1. Henrik Porte (2063) – Ludo Tolhuizen (2247) ½ – ½
2. Max Viergever (2090) – Robert Schuermans (2202) 1 – 0
3. Peggy van Amerongen (2005) – Peter Dankers (2093) 0 – 1
4. Pieter Baltus (2211) – Andy Baert (2130) ½ – ½
5. Frank Lommers (2170) – Stefan Colijn (2076) 0 – 1
6. Janton van Apeldoorn (2100) – Pim Eerens (2110) 1 – 0
7. René Buisman (2052) – Charles Kuijpers (2026) ½ – ½
8. Jeroen Selier (2009) – Benny Todts (1870) ½ – ½