Eerste overwinning voor ’t Vierde
Vorig jaar speelde 4-4 tegen het team van De Wolstad 2, maar had er absoluut meer in gezeten. Mijn een goed gevoel gingen we richting Tilburg en kwamen daar kwart voor 1 aan.
Iedereen werd voorzien van de kleur die hij of zij graag wilde, dus werd mijn persoontje getrakteerd op het vierde bord van een op papier veel zwakkere tegenstander.
We begonnen niet al te best aan de match; Erik van Elven stond niet lekker op het tweede bord en Bas Robben stond compleet verloren op het laatste bord. De overige borden waren nog enigszins in evenwicht. Niet veel later nadat ik mijn twaalfde rondje had gelopen kwam mij ten gehore dat Jan Rijkse zijn partij negatief moest beƫindigen. Jan R. speelde met zwart tegen Karin Bulle, die de opening goed kon en de druk op zwartspeler uiteindelijk met stukwinst wist af te ronden.
Een zeer matig begin en ik kreeg er een hard hoofd in om uit het Tilburgse met punten weg te gaan. Hans Ravestein schoof met zijn tegenstander Willem v/d Brink alles dicht en met de vraag of hij remise mocht aanbieden, kon ik niets anders zeggen dan dat het mocht. Peter Huijser kwam even later met hetzelfde verzoek of hij remise aan mocht bieden tegen Andries Hohner (nadat zijn telefoon was afgegaan…). Peter kon zonder veel risico doorspelen en gezien de stand, leek het me beter dat hij nog even door ging.
Maarten speelde op het zevende bord met zwart tegen Eric de Gier. De partij ging volgens mij geruime tijd gelijk op en door eeuwig schaak werd remise besloten.
Het uurwerk van Erik stond inmiddels op vallen en moest nog meer dan 10 zetten in een paar minuten voltooien. Gezien de complexiteit van de stelling en de tijdnood van Erik was ook dat punt al door mij vergeven aan de tegenstander. Na enkele minuten hoorde ik de bevredigende woorden ‘mag ik je boekje even om de zetten over te schrijven’. De stelling zag er slecht uit voor Erik, maar wellicht kon hij er nog remise uit slepen.
Bas Robben had zich terug weten te vechten, met hulp van zijn tegenstander, en stond nog maar een pionnetje achter. Zelf stond ik heel de tijd lekker en het voordeel ging steeds meer mijn kant op en uiteindelijk werd het mat. Weinig op of aanmerkingen te plaatsen bij mijn partij, zelfs Fritz heeft er niets (nihil) op aan te merken (zie partij).
Het stond intussen dus gelijk; 2-2 en het kwam er steeds beter uit te zien. Jan van Oosterhout speelde op het eerste bord met wit tegen Jaap Weel een goede partij. Met degelijk speel kwamen er twee ijzersterke pionnen oprukken richting de achterste velden. Bas wist de pion die hij achter stond op te snoepen en was het een totaal remise stelling.
Peter kwam steeds beter te staan, ondanks dat het qua stukken nog altijd gelijk was. Uiteindelijk wist Peter met een vrijpionnen op te rukken en door een fout van zijn tegenstander werd het mat. Een mooie tussenstand van 3,5 – 2,5 in ons voordeel en gezien de stellingen leek het er dan toch op dat we met de volle winst terug richt Roosendaal mochten gaan.
Jan v. O. speelt het zeer goed uit en wist het winnende punt binnen te halen.
Bas mocht freewheelen en probeerde nog wat, maar uiteindelijk werd die partij remise.
Een mooie overwinning van 5-3, waardoor degradatie makkelijk te ontlopen moet zijn.
Jan van Oosterhout – Jaap Weel 1-0
Erik van Elven – Ad Mutsaers 0,5-0,5
Hans Ravestein – Willem v/d Brink 0,5-0,5
Ton van der Werf – Jaap Elzerman 1-0
Peter Huijser – Andries Hohner 1-0
Jan Rijkse – Karin Bulle 0-1
Maarten Verdult – Eric de Gier 0,5-0,5
Bas Robben – Marcel v. Hoorn 0,5-0,5 (pas de eerste punten die Bas weg geeft)