Deceptie in Den Bosch
De voorlaatste ronde bracht De Pion I in Den Bosch tegen het talententeam van HMC 2. Gezien het feit dat DSC Delft bij het ingaan van de ronde reeds vier matchpunten en een sloot bordpunten voorsprong op ons had, ging onze wedstrijd vermoedelijk nu al om des keizers baard, maar dat neemt niet weg dat we uiteraard voor een goed resultaat gingen. De werkelijkheid was echter anders: we kregen een lesje met een eindstand van 5,5 – 2,5. De uitslag was wel enigszins geflatteerd maar de zege van de Bosschenaren was terecht.
In de zeer ruime zaal van bejaardencentrum De Biechten in Rosmalen was het goed toeven. Ruimte genoeg voor de vele schakers (er speelden zes of zeven teams van HMC tegelijk) en een uiterst vriendelijke bediening aan de bar, wat wil een mens nog meer ?
Omdat schrijver dezes een lange en complexe partij had en zelfs als laatste bezig was, heeft hij minder van de andere partijen gezien dan gebruikelijk.
Na een paar uur kwam Jan van Mechelen, die op bord 3 met wit tegen Thomas Mollema een positionele aanpak van het Hollands speelde, aan teamleider Charles Kuijpers vragen of hij een remiseaanbod mocht aanvaarden. De stellingen op de andere borden beloofden per saldo niet veel goeds, maar de stelling van Jan was zo erg remise, dat het mocht.
HMC nam een voorsprong doordat op bord 6 Robert Schuermans met zwart in nota bene een van zijn favoriete openingen van het bord werd geschopt door Justin Senders. De witspeler offerde een pion voor een moordend loperpaar, waarna een elegante aanval dwars door de zwarte stelling sneed. In de slotstelling was het mat in één niet meer te verhinderen.
Nog even werd het gelijk. Onze kopman IM Stefan Docx bracht zijn score op 6,5 uit 7 door in een interessante partij met wit te winnen van de jeugdige Lars Vereggen. Deze speelde Boedapester en leek redelijk uit de opening te komen. Stefan had de stelling evenwel beter ingeschat en rolde de zwarte koningsstelling op.
Daarna ging het bergafwaarts voor De Pion. Op bord 5 had David DuPont met wit lange tijd aardig spel tegen Joris Broekmeulen, maar toen hij in het middenspel werd opgescheept met een zwakke loper tegen een sterk paard (met aan beide kanten zware stukken) ging het snel van kwaad tot erger. David verloor een kwaliteit en kwam er niet meer aan te pas.
Op bord 2 speelde Stefan Colijn met zwart tegen Frank van der Put, die de Catalaan goed behandelde. Stefan liep wat positionele averij op en net toen hij de zaak naar zijn hand leek te gaan zetten, kwam Frank na een belangrijk tempoverlies van zwart op de koningsvleugel binnen. Op de drempel van een rating van 2300 was voor Stefan helaas een nul zijn deel.
Bart Peeters speelde op bord 8 met zwart een Draak omdat hij twee seconden voor aanvang van de wedstrijd uit onverdachte hoek vernam dat tegenstander Eric de Moor de Franse ruilvariant pleegt te spelen. Bart won in mijns inziens enigszins verdachte stelling een pion, maar naar eigen zeggen heeft hij gewonnen gestaan. Wit offerde zich evenwel een winnende weg door de zwarte stelling.
Op bord 4 was er wel een Franse partij tussen Mischa Senders en Ludo Tolhuizen. Ofschoon Ludo op een gegeven moment vertelde dat hij de stelling verkeerd had ingeschat, verscheen er buiten mijn zicht een remise op het scorebord; de matchpunten waren al naar HMC vóór dat moment.
Als laatste was teamleider Charles Kuijpers op bord 7 met wit bezig tegen de Bossche teamleider Brent Burg. Charles trok fel van leer tegen de Hollandse Leningrader. Als vier op een rij beslissend was geweest, zou de partij na tien zetten al voorbij zijn geweest. Toen had wit pionnen op a4, b4, c4 en d4. Na een door zwart afgeslagen remiseaanbod werd de partij zeer complex, en Charles leek de partij op de 19e zet met een pionoffer te beslissen.
Wit kreeg met combinatoir spel de overhand en rond de 35e zet kreeg Charles in tijdnood diverse kansen op rij om de partij te beslissen. In een soort voortdurende schaakblindheid zag hij die niet en moest berusten in remise. Zijn laatste zet was zelfs een aperte blunder, met een ander schaakje had hij geforceerd een stuk gewonnen.
1. Lars Vereggen (2138) – Stefan Docx (2428) 0 – 1
2. Frank van der Put (2186) – Stefan Colijn (2298) 1 – 0
3. Thomas Mollema (2015) – Jan van Mechelen (2191) rem
4. Mischa Senders (2208) – Ludo Tolhuizen (2107) rem
5. Joris Broekmeulen (2117) – David DuPont (2037) 1 – 0
6. Justin Senders (1947) – Robert Schuermans (2047) 1 – 0
7. Brent Burg (2245) – Charles Kuijpers (1991) rem
8. Eric de Moor (2044) – Bart Peeters (1999) 1 – 0