De Pion I – Stukkenjagers 2 5,5 – 2,5
Voor de wedstrijd van De Pion I tegen Stukkenjagers 2 had teamleider Charles Kuijpers de luxe van elf beschikbare spelers plus een supersub, dus de hoofdbrekens waren voor de teamleider vooraf al groot, temeer omdat we streven naar een evenwichtige kleurverdeling voor alle spelers. De wedstrijd zelve gaf gelukkig minder zorgen. Gezien het forse ratingoverwicht op de meeste borden was dat wel enigszins voorspelbaar, maar voor het onderaan staande Stukkenjagers 2 gold uiteraard het gezegde “een kat in het nauw maakt rare sprongen”.
Op het derde bord speelde Thierry Penson met zwart tegen de jeugdige Joris Gerlagh. Thierry pakte diens Koningsindisch in de voorhand voortvarend aan. Al snel stond er een zwarte pion op b4 die ruimtevoordeel aan de zwartspeler bood. Thierry won in de loop van het middenspel twee pionnen en gaf zijn tegenstander geen schijn van kans.
Het tweede punt kwam binnen op bord 2 waar Stefan Colijn met wit tegen Karel Storm een oudemannenopstelling op het bord zette maar met de c-pion op c4 in plaats van c3. Even leek het erop dat zwart actief tegenspel kreeg doch dat was slechts schijn. Met krachtige zetten toonde Stefan zwarts ongelijk aan.
De voorsprong werd verder vergroot door onze Zwitserse speler Andy Baert, die met zwart tegen Reinier Jacquet wat moeilijk uit de opening leek te komen doch allengs aan het roer kwam. Met een aardige maar niet erg moeilijke promotiecombinatie won Andy groot materiaal.
En het kon niet op voor De Pion. Het werd 4-0 door een gedegen overwinning van Ludo Tolhuizen op bord 4 met wit tegen Martijn Blom. In het Frans schoof Martijn de damevleugel te ver dicht waarna Ludo de vrije hand kreeg op de koningsvleugel. Met vaste hand voerde Ludo de winnende aanval.
Op bord 7 speelden Jan Schuurmans (zwart) en Ruud Feelders een zeer onderhoudende partij. Via een zetverwisseling kwam er een Aljechinstructuur op het bord waarin Jan chronisch ruimtegebrek leek te hebben. Op de hem eigen wijze trok Jan met verve ten aanval en die leek door te slaan. In forse tijdnood bleef Ruud in zeer complexe stelling evenwel de goede zetten doen. Na het optrekken van de kruitdampen stond er een min of meer gelijke stelling op het bord die met het oog op de matchpunten remise werd gegeven. Dat beide matchpunten binnen zouden komen stond overigens gezien de stelling op het eerste bord al vast.
De houwdegens van beide teams speelden bij toeval tegen elkaar op bord 6. Robert Schuermans opende ter ere van de zeventigste geboortedag van Robert James Fischer met het Koningsgambiet, maar tegenstander César Becx liet zich niet onbetuigd. Na drie zetten (!) stond er een zgn. zenuwblokje op het bord: witte pionnen op e4 en f4, en zwarte pionnen op e5 en f5. Gewoontegetrouw speelde Robert hyperscherp en hij leek al snel een winnende stelling te hebben. Hij offerde een stuk waardoor de zwarte koning in een spervuur kwam te staan. César besloot het stuk snel terug te geven, maar Robert versmaadde het aanbod. Dat kwam hem duur te staan want César kon zijn positie simpel consolideren waarna het eindspel gemakkelijk was. Als Robert het stuk had teruggewonnen zou er een remiseachtige stelling zijn ontstaan.
De beide laatste partijen werden tot op het bot afgekloven. David DuPont met wit op het achtste bord speelde Engels maar bereikte door adequaat tegenspel van Fré Hoogendoorn niets. David wilde ijzer met handen breken en kwam in het eindspel in groot verliesgevaar toen hij twee pionnen verloor. Door een fikse blunder van de zwartspeler werd het toch nog remise.
Op het eerste bord speelde IM Stefan Docx (die in de Belgische competitie afgelopen zondag een GM-resultaat binnenhaalde!) met zwart een complexe partij tegen Peter Huibers. Er ontstond in het middenspel een lastige stelling waarin wit dame en twee paarden had tegen zwart dame en loperpaar. De witte stukken waren fraai gecentraliseerd waardoor het voor Stefan zeer moeilijk werd om meer dan gering voordeel te creëren. Peter gaf op het juiste moment een pion om het loperpaar te ontmantelen, en bleef met de rug tegen de muur én veel minder tijd toch overeind. Stefan ging begrijpelijkerwijs ver, maar hij moest berusten in remise toen wit na dameruil een eindspelvesting had.
En zo viel De Pion I een ruime overwinning ten deel. Bij het zien van de overige uitslagen vervloog vervolgens het kleine beetje hoop op een kampioenschap. Spijkenisse heeft niet voor een stunt kunnen zorgen. DSC I (Delft) heeft met 6-2 van Spijkenisse gewonnen en daarmee zijn voorsprong van vier matchpunten (en nu zeseneenhalf bordpunt) behouden met nog twee ronden te gaan.
1. Stefan Docx (2428) – Peter Huibers (2097) rem
2. Stefan Colijn (2298) – Karel Storm (2043) 1 – 0
3. Thierry Penson (2178) – Joris Gerlagh (2028) 1 – 0
4. Ludo Tolhuizen (2107) – Martijn Blom (2076) 1 – 0
5. Andy Baert (2147) – Reinier Jacquet (1875) 1 – 0
6. Robert Schuermans (2047) – César Becx (2120) 0 – 1
7. Jan Schuurmans (2119) – Ruud Feelders (1962) rem
8. David DuPont (2037) – Fré Hoogendoorn (2043) rem