De Pion I niet lawaaibestendig
De voortekenen voor de uitwedstrijd tegen Santpoort in het verre Velserbroek waren ongunstig. David is met vakantie en supersub Pim had dringende verplichtingen, maar gelukkig was Jan Schuurmans direct bereid tegen zijn gewoonte in mee te spelen in een uitwedstrijd. Het team was op de been, echter tot de vrijdag voor de wedstrijd. Toen moest Jan van Mechelen zich noodgedwongen afmelden wegens ziekte die niet tijdig onder controle bleek te zijn.
Nu heeft De Pion dit seizoen een reservoir met vijf adequate reserves voor de twee KNSB-teams, dus dat zou wel goed komen. Er kwam stoom uit mijn telefoon en uit mijn oren toen na een lange belronde bleek dat niemand beschikbaar was. Een van de reserves maakte het wel echt bont door na een door mij ingesproken voicemail gewoon niet terug te bellen. Daar is het laatste woord nog niet over gezegd!
Gelukkig was er nog een geheim wapen in de persoon van Marc Naalden die onmiddellijk bereid bleek mee te gaan. Hij kreeg van teamleider Charles Kuijpers de keus: met wit op het opengevallen bord 3 of met zwart op bord 8, in welk geval Charles op 3 zou spelen. Manhaftig sprak Marc dat hij gewoon op bord 3 zou spelen. Chapeau! Later in dit verslag zal blijken dat hij het voortreffelijk deed.
De reis met de auto naar Velserbroek (140 km enkele reis) was bepaaldelijk geen genoegen. Ruimschoots op tijd vertrokken kwamen we om drie minuten voor één in de speelzaal aan. Eerst stuitten we op een afgesloten aanvliegroute voor de Moerdijkbrug waardoor we via Lage Zwaluwe moesten. Dat viel nog wel mee. Ten zuiden van de Brienenoordbrug bleek dat het Kleinpolderplein was afgesloten waardoor we een omleiding moesten volgen via Europoort waarbij je dan het gevoel krijgt dat je nooit meer voorbij Rotterdam komt. Ten noorden van Rotterdam stonden we in de file toen Robert mij belde met de mededeling dat de GPS van de auto van Andy niet werkte en met de vraag of ik even kon uitleggen waar Velserbroek ongeveer ligt. Nu heb ik op de lagere school tussen 1958 en 1964 nog ouderwets uitstekend onderwijs in topografie gehad dus dat was geen probleem. Daarna kwamen we tussen Leiden en Amsterdam twee keer in een file.
En dan te weten dat het echte leed nog moest komen. Het begin ervan werd zichtbaar toen we uit de auto stapten in de buurt van de speelzaal, die was gesitueerd in een overigens keurig gebouw naast een winkelcentrum. Een oorverdovend lawaai kwam ons tegemoet. Op het plein voor de speelzaal was een soort braderie gaande, met vele feestende mensen en een liveband die –overigens muzikaal helemaal niet slecht- op een bijzonder hoog geluidsniveau rockmuziek en heavy metal ten gehore bracht in de trant van “Smoke on the water” en “Purple rain”.
In de speelzaal bleek dat de muziek en het feestgedruis ook daar maar al te goed te horen waren. En dat ging de hele middag door. In het begin was het even gezellig, maar alras begon het mij en ook enkele teamgenoten danig te irriteren. Er kwam nog bij dat groepen feestvierders lallend en zingend het gebouw binnenkwamen om een sanitaire stop te maken of hun zangkunsten te vertonen in de bar die naast de speelzaal in hetzelfde gebouw lag.
Kort samengevat: de speelomstandigheden waren verre van ideaal, liever gezegd totaal ongeschikt door het voortdurende lawaai buiten en binnen.
Onze vriendelijke gastheren maak ik overigens te dezen geen verwijten, het is overmacht als dit naast en in je clubgebouw buiten je invloedssfeer gebeurt. Maar daarom niet minder vervelend.
We gaan naar de wedstrijd. Die ging verloren en gelet op het spelbeeld was dat gewoonweg terecht.
Het was niet de eerste keer dat teamleider Charles Kuijpers het spits afbeet met een snelle remise, maar deze keer was zijn remiseaanbod op bord 8 met zwart echt alleen maar uit pure irritatie vanwege het lawaai. Concentratie viel de oude man te zwaar. Tegenstandster Nathalie van der Lende stemde in, vermoedelijk nadat zij elders had geïnformeerd naar de ware schaakkracht van haar opponent.
Marc Naalden maakte een fraai debuut in de KNSB-competitie. Op bord 3 kwam hij met wit niet goed uit de opening maar met enkele creatieve zetten bracht hij tegenstander Patrick van Lommel ertoe remise aan te bieden dat Marc mocht aannemen. Op dat moment zag het er allemaal nog redelijk uit.
Daarna kwam De Pion even op voorsprong. Op bord 7 speelde Robert Schuermans met wit de Caro-Kan van Wim Gravemaker op een ongewone maar ijzersterke manier tegen, en hij won op fraaie en zeer instructieve en rechtlijnige wijze.
Een teamleider moet van alle markten thuis zijn, zo bleek vervolgens. Een van zijn spelers meldde zich bij hem met het onthutsende bericht dat de sluiting van zijn spijkerbroek het begeven had. Charles ging onmiddellijk op pad en na een vergeefs bezoek aan de Hema kwam hij na de gouden tip van de medewerkster aldaar na een flinke wandeling uit bij een schoenreparateur die het bewuste onderdeel op voorraad had. Voor het monteren van de tweedelige knoop was nog een forse hamer nodig die gelukkig in het speelgebouw beschikbaar was. Even leek er ook nog een klopgeest in de toiletten van het gebouw rond te waren, doch dat lawaai was van korte duur.
Lang konden we niet van de voorsprong genieten. Op bord 2 speelde Thierry Penson met zwart een zware partij tegen Peter de Roode, een bijna-leeftijdgenoot van Charles die elkaar na ruim veertig jaar weer eens zagen! In een Nimzo-Indiër met f3 lukte het wit zonder problemen om e4 door te zetten, en dan krijgt zwart traditioneel last van ademnood. Ook in deze partij gebeurde dat en Peter speelde het gewoon sterk uit.
Gelet op de stellingen van de vier nog lopende partijen was er inmiddels geen enkele reële hoop meer op een matchpunt voor De Pion.
Weer uit Zwitserland overgekomen louter voor een partij schaak (wat een extreme clubliefde spreidt hij toch ten toon, hulde!) speelde Andy Baert op het vierde bord een zeer lastige Siciliaan tegen Daan Haver. Deze jongeling speelde zeer sterk en gaf Andy geen kans om echt goed in de partij te komen. Overigens was het schrijver dezes duidelijk dat ook Andy zich zeer stoorde aan de voortdurende geluidsoverlast.
Op bord 5 speelde Ludo Tolhuizen met wit tegen een andere jongeling met dezelfde achternaam, luisterend (neem ik aan althans) naar de voornaam Bas. Toen Ludo kort na de opening even niet oplette, nam deze met een venijnige paardzet het heft in handen, won een pion en gaf zijn voordeel niet meer prijs.
Op het eerste bord speelde Stefan Colijn een prima partij met wit tegen Ilias van der Lende. In de klassieke hoofdvariant van het Nimzo-Indisch verwierf Stefan eerst flink ruimtevoordeel op de damevleugel. Vervolgens won hij een pion bij goede stelling. Toen hij in het middenspel drie verbonden vrijpionnen had en ook nog een kwaliteit won, maakte Stefan het met vaste hand op elegante wijze combinatoir uit.
Als laatste was Jan Schuurmans op bord 6 doende een slechte stelling met de moed der wanhoop te verdedigen. In een Hollandse Stonewallopstelling liet tegenstander Wim Eveleens met wit zijn d-pion wijselijk in eerste instantie niet verder komen dan veld d3. Niet veel later kreeg wit na de opmars e4 zeer groot positioneel voordeel. En wat Jan ook probeerde, wit bleef aan de leiding. Het kwam tot een toreneindspel met minuspion(nen) voor Jan, en ofschoon zijn opponent dat suboptimaal speelde, ging ook deze partij voor De Pion verloren.
Al met al een terechte overwinning voor het jeugdige Santpoort.
1. Ilias van der Lende (2234) – Stefan Colijn (2300) 0 – 1
2. Peter de Roode (2193) – Thierry Penson (2204) 1 – 0
3. Patrick van Lommel (2076) – Marc Naalden (1846) rem
4. Daan Haver (2182) – Andy Baert (2128) 1 – 0
5. Bas Haver (2114) – Ludo Tolhuizen (2141) 1 – 0
6. Wim Eveleens (2089) – Jan Schuurmans (2105) 1 – 0
7. Wim Gravemaker (2016) – Robert Schuermans (2026) 0 – 1
8. Nathalie van der Lende (1885) – Charles Kuijpers (1989) rem