De Pion I faalt in Arnhem: 4-4
Vandaag was de laatste ronde van de KNSB-competitie. Op het programma stond de verre uitwedstrijd tegen De Toren in Arnhem. Het speellokaal bleek een grote verbouwde landbouwschuur behorend bij een in een boerderij gevestigd pannenkoekenhuis met de illustere naam “De Steenen Camer”, gesitueerd in het prachtige buitengebied ten zuiden van Arnhem. Voor de deur van het lokaal waren een bloemenmarkt en een soort fancy-fair bezig, en de zaalhouder bleek in het geheel niet op de hoogte van het feit dat er een schaakwedstrijd gespeeld zou gaan worden. Kortom, folklore alom.
Voor De Pion I stond er niets op het spel, ten hoogste een stijging van de derde naar de tweede plaats. Voor onze tegenstanders des te meer, zij stonden op de negende plaats met een matchpunt achterstand op Paul Keres 2, Veldhoven en HSC. De Pion I miste de topspelers Stefan Docx (neemt enige tijd schaakrust) en Thierry Penson (heeft een nieuwe baan waarin hij regelmatig op zaterdag moet werken). Maar onze selectie is dermate sterk en breed, dat ons overwicht nog immer behoorlijk groot was. Wel had teamleider Charles Kuijpers tevoren om alertheid gevraagd omdat er bij De Toren diverse underrated “kleine jongetjes” spelen. Onze missie was derhalve om de Arnhemmers voorzichtig te begeleiden in hun afdaling naar de derde klasse. En tot groot verdriet in Utrecht is dat niet gebeurd, De Pion I gaf een zekere overwinning op uiterst dramatische wijze uit handen.
De Toren bleek een jong team te zijn, met uitzondering van de borden 1 en 2. Toen teamleider Charles vlak voor de aanvang van de wedstrijd enigszins badinerend doch wel realistisch opmerkte dat onze tegenstanders in een wel zeer jeugdige opstelling aantraden, merkte David zeer gevat op: “Hoezo, wij toch ook !?” Toch lag onze gemiddelde leeftijd wel een jaar of vijfentwintig hoger dan die van onze tegenstrevers.
De score werd geopend door de tegenstander van Pim Eerens op bord 4. Pim schoot in het middenspel een afgrijselijke bok die een kleine kwaliteit kostte. En dat had nog meer kunnen zijn. Jeroen van Onzen hield het hoofd koel onder een lichte aanval van zwart, en haalde het eerste bordpunt voor De Toren binnen door met zijn koning uit de schaakjes te wandelen en een stelling met een stuk meer over te houden.
Niet veel later werd het gelijk. Andy Baert speelde met wit op bord 3 tegen Jan Puijman een scherpe Siciliaan met een stereotiep stukoffer. Jan was zo vriendelijk het stuk niet veel later terug te geven, waarna Andy de partij gemakkelijk tot winst voerde.
Toen was het gelet op de andere stellingen tijd voor een tactisch remiseaanbod van teamleider Charles Kuijpers die met zwart op bord 8 tegen Noud Lentjes duidelijk beter stond. Deze kon nauwelijks anders dan het aanbod aanvaarden.
De Pion kwam op voorsprong door een prima overwinning van Robert Schuermans met wit op bord 7. Zijn opponent Steven Glasbeek nam het volgens mij theoretisch bekende Siciliaanse pionoffer van Robert aan, doch werd korte tijd later door een tactische wending verrast. Dat soort zaken kun je wel aan Robert overlaten. Met harde hand voerde de “oude meester uit Kapellen” zijn partij tot winst.
Vervolgens eindigde de partij van Arlette van Weersel, die met wit een Caro-Kan van Rik Roelofs te bestrijden kreeg. Tot in het verre eindspel bleef het zeer snel spelende Arnhemse manneke (op een gegeven moment had hij een tijdsvoorsprong van bijna twee uur!) overeind, doch Arlette won uiteindelijk ook haar zevende partij voor De Pion I. Daarmee scoorde ze dit seizoen derhalve 7 uit 7 met een fantastische TPR van 2507. Chapeau!
Omdat Stefan Docx niet wilde spelen, hadden we een nieuwe eerstebordspeler in de persoon van Jan van Mechelen. Hij had zich op een verzoek van de teamleider om een vrijwilliger voor het eerste bord manhaftig gemeld met de mededeling dat hij zich door zijn recente matige resultaten weliswaar voelde als de ridder zonder armen en benen uit Monthy Python’s The Holy Grail, maar dat hij net als die ridder zou blijven doorvechten. Jan trof niet IM Hendriks doch de sterke Bob Beeke. In een zware strategische partij kreeg Jan de overhand, doch zijn voordeel was net niet voldoende voor de winst. Na overleg met de teamleider werd remise aanvaard.
En zo stond het 4-2 voor de onzen. Er was geen vuiltje aan de lucht, want weliswaar stond Ludo zeer bedenkelijk maar David had de winst voor het oprapen.
De wedstrijd kreeg echter een dramatische wending. Terwijl Ludo op bord 2 langzaam maar zeker door IM Willy Hendriks door de muur gedrukt werd, waar hij al enige tijd met de rug tegenaan stond, kreeg David Du Pont nadat hij een eenvoudige remise versmaad had, een acute aanval van schaakblindheid. Hij meende in zeer voordelige stelling een stuk te winnen, doch wikkelde op eenvoudige wijze af naar een totaal verloren toreneindspel.
En zo werd het 4-4 en sprongen de Arnhemmers collectief een gat in de lucht omdat zij inmiddels wisten dat Paul Keres 2 in Delft ruim verloren had. Jammer voor de sympathieke Utrechters die daardoor degradeerden. De Pion I werd ondanks dit matige resultaat zelfs nog tweede omdat Veenendaal van HMC 2 verloor. Het gat tussen ons en kampioen HMC 2 is evenwel maar liefst vier matchpunten. En daarmee kan het seizoen gelet op onze sterkte op papier toch als vrij matig worden bestempeld.
1. Bob Beeke (2224) – Jan van Mechelen (2165) ½ – ½
2. Willy Hendriks (2413) – Ludo Tolhuizen (2132) 1 – 0
3. Jan Puijman (2005) – Andy Baert (2170) 0 – 1
4. Jeroen van Onzen (1999) – Pim Eerens (2162) 1 – 0
5. Rik Roelofs (1934) – Arlette van Weersel (2239) 0 – 1
6. Jan van Dorp (1993) – David Du Pont (2056) 1 – 0
7. Steven Glasbeek (1934) – Robert Schuermans (2062) 0 – 1
8. Noud Lentjes (1959) – Charles Kuijpers (1999) ½ – ½