De Pion 4 speelt gelijk tegen BSV 3
De Pion 4 speelt gelijk tegen BSV 3
De Bergse afvaardiging die naar Roosendaal kwam, bestond uit zeven personen, waardoor wij met een punt begonnen. Een voorsprong die gezien de sterkte van onze tegenstander wel lekker was. De bordindeling werd vooraf onderling besproken en de uiteindelijke partij-indeling is uitgekomen op:
1. Marcel Koek (zwart) – Ton Hertogs
2. Jan van Oosterhout – Ton van Vliet
3. Hans Ravestein – leeg
4. Mathijs Matthijsse – René Paardekam
5. Henk Alberts – Danny Lindhout
6. Peter Huijser – Wim de Wolff
7. Maarten Verdult – Jan Haverhoek
8. Bas Robben – Pieter-Jan Demmers
Het eerste rondje dat ik maakte was tegen een uur of twee om te kijken hoe de openingen gevorderd waren. Allereerst zag ik Marcel Koek op het eerste bord in een zwakkere, verdedigende stelling stond, maar Marcel zag dit anders. Bij de negende zet werd door Marcel Db6 gespeeld, met de gedachte de dames te ruilen, om verder te gaan met een uit zijn optiek redelijke stelling. Een opmerking over deze zet had ik gemaakt, omdat er 10. c5 gespeeld kon worden door Ton Hertogs, met gedwongen dameruil, waardoor wit de a-lijn kreeg en een sterke b-pion. Achteraf zag Marcel in dat de negende zet, Db6, het begin van zijn verlies was. Al vrij snel stonden we weer met 1-1 gelijk.
De partij tussen Henk Alberts en Danny Lindhout werd er al snel dames geruild en Henk verloor in het begin een pion. In de opening zei hij dat zijn tegenstander maar één goede zet kon doen volgens de theorie, maar ik zag niet hoe zwart er slechter uit zou komen. Na snel in het eindspel uitgekomen te zijn, had Danny wel een pion voorsprong, maar de stelling zat compleet vast en remise was het enige waar beide spelers mee in moesten stemmen.
In de opening kwam Mathijs Matthijsse onder druk te staan tegen René Paardekam. Vorig seizoen hadden beide heren ook al tegen elkaar geschaakt. Hoewel het toen remise stond gaf Mathijs het toch uit handen. Een revanche zou de fout van vorig jaar moeten doen vergeten, maar zo zag het er in eerste instantie niet naar uit. Mathijs bleef in de verdrukking staan en kon zich niet voldoende ontwikkelen, waardoor zijn tegenstander uiteindelijk de winst wist te behalen. Hierdoor kwamen we met 2,5 – 1,5 achter te staan.
Op het tweede bord kwam Jan van Oosterhout zeer goed uit de opening en had mooie aanvalskansen. Ik had alle vertrouwen in een goede afloop van de partij, maar naarmate de middag vorderde werd de stelling er niet beter op. Met nog een aantal minuten op de klok en nog een hoop zetten te gaan, was het stressen om de extra tijd te krijgen. Met de vraag of er een remiseaanbod gedaan mocht worden, antwoordde ik hier negatief op. Even naar de partij gekeken te hebben en de tijdsnood gezien te hebben, mocht hij toch remise aanbieden. In eerste instantie sloeg Ton van Vliet het voorstel af, maar na een tijd waren er nog maar een aantal pionnen op het bord en geen van beide zagen winstkansen.
Peter Huijser mocht aanvangen tegen Wim de Wolff. De partij ging gelijk op, maar Peter wist toch een pion in te pikken. Een lastig eindspel met het zoeken naar een opening door Peter gaf hij een plotseling een pion weg. Op de koningsvleugel speelde hij een paar pionnen op, die verkeerd beantwoord werd. Wim moest gewoon de pion slaan, maar speelde hier de pion door. Hierdoor werd het voor zwart lastig en moest met alle macht verdedigen en bezweek in de volgende stelling, door h6.
Op het laatste bord was Bas Robben en Pieter-Jan Demmers bezig met een indrukwekkende partij. Bijna alle stukken stonden nog op het bord en de rest in de zaal waren allemaal al bezig met het eindspel. Een mooie aanval van Bas werd met moeite verdedigt door Pieter-Jan. Plotseling was de partij afgelopen, door een foutieve zet van Bas, waardoor hij een stuk weg moest geven. Door dit onverwachte verlies op het laatste bord kwam de stand op 4-3.
De druk lag op de schouders van Maarten Verdult die aangegeven had uit vorm te zijn. De opening was totaal gelijk en geen van beide hadden echt goede aanvalsmogelijkheden. In het eindspel offerde Jan Haverhoek een volle toren. Maarten kwam wel flink onder druk te staan, maar met een toren voorsprong dacht ik wel dat de wedstrijd positief zou eindigen. Uiteindelijk schok ik ontzettend toen hij zijn paard naar g6 speelde, waardoor hij in de volgende stelling kwam:
Wit kan hier door Dh6 te spelen de winst te pakken. (1. Dh6, Txf5 2. exf4, De3+ 3. Dxe3, dxe3 4. fxg6 en wit staat er gewoonweg beter voor.) Maar gelukkig voor Maarten speelde zijn tegenstander g4, waardoor met Pe7 de verdediging weer wat beter kwam te staan om uiteindelijk de winst te pakken.
Een gelijkspel tegen een sterk BSV 3 is vooralsnog voldoende voor de doelstelling om bij de eerste drie te eindigen.
1. Marcel Koek (zwart) – Ton Hertogs 0-1
2. Jan van Oosterhout – Ton van Vliet 0,5-0,5
3. Hans Ravestein – leeg 1-0 (regl.)
4. Mathijs Matthijsse – René Paardekam 0-1
5. Henk Alberts – Danny Lindhout 0,5-0,5
6. Peter Huijser – Wim de Wolff 1-0
7. Maarten Verdult – Jan Haverhoek 1-0
8. Bas Robben – Pieter-Jan Demmers 0-1