De Pion 3 consolideert laatste plek
Afgelopen zaterdag speelde het Derde in Goirle tegen EGS 1. Het was te doen in Hof van Holland, een lekker oubollig café waar zowel jong als oud minder jong zijn waardering voor uitsprak. De ambiance van het café werd afgerond door de eigenaresse, die daar volgens onze voorzitter al minstens dertig jaar de koffie schenkt. De thuisspelers, die op rating gelijk met ons opgingen, presteerde dusverre ontzettend goed en stonden op een welverdiende tweede plek. Toch had ik, mede dankzij de versterking via Rogier en Ngo Hin, goede hoop voor deze match. Lees hieronder het verslag.
Na ongeveer twee uur spelen eindigde de eerste partij. Op bord 3 speelde Eric van Loon met wit tegen Alex van Lanen (1894). Alex wist met twee paarden wat kleine dreigingen te creëren in de stelling van Eric, maar leek volgens mijn inschatting niet veel beter te staan. Alex besloot een hoop stukken te ruilen, waardoor een stelling overbleef met twee torens voor beide spelers plus een hoop pionnen. Zwart bood remise aan, en met oog op de andere borden (die allen vrij gelijk opgingen) werd deze aangenomen.
Niet veel later vroeg Martijn of hij remise aan mocht bieden aan Thomas Kools (1862) op bord 5. Iets te optimistisch heb ik hem gevraagd dit nog even uit te stellen, wat achteraf gezien misschien niet de beste beslissing was. De stelling was redelijk gesloten, maar er lagen nog kansen voor beiden. Een uur later wist Thomas een paard op f3 te planten, wat ten koste van een kwaliteit mat bijna onvermijdelijk maakte, hetgeen voor zwart de partij verzilverde.
Op bord 2 speelde Rogier tegen Bart Plasmans (1694). Lang stond Rogier een beetje gedrukt, maar ook hier ging ik ervan uit dat het wel goed zou komen. Dit bleek niet het geval, en ook hier won de thuisspeler toen Rogier door een paardvork een kwal verloor.
Met een stand van 0.5-2.5 zag het er opeens somber uit voor ons. Ikzelf speelde op 7 tegen Ard van Beek (1854). Ik wist het loperpaar te veroveren en dacht hiermee een klein plusje hebben in de partij. Eén van mijn lopers stond echter verkeerd, en ik moest min of meer gedwongen afruilen naar een pionneneindspel met gelijkveldige lopers. Hier schatte ik mijn winstkansen en het risico respectievelijk te laag en hoog in, waardoor de partij vrij simpel in remise afwikkelde.
De partij van Carlo vond ik erg lastig in te schatten. Op bord 4 speelde zijn tegenstander (Jasper van Dalen, 1838) een opening waarin Carlo twee stukken voor een toren en twee pionnen kreeg. Ik onderschatte de sterkte van zijn loperpaar, die Carlo solide naar een overwinning leidde.
Nog lastiger vond ik de partij van Koen, die precies de soort stelling op het bord kreeg die hij graag heeft, uitermate tactisch. Koen en zijn tegenstander (Robin Verhoeven, 1752) hadden dan ook veel tijd nodig om de stelling naar zich toe te trekken. In tijdnood was het wachten tot één van de twee de fout in zou gaan, en na een stukoffer niet afliep zoals hij had gehoopt leek dit Koen te zijn.
Met twee overgebleven borden was de stand 2-4, en Ngo Hin noch Ad leek veel kans te hebben om hun partijen te winnen. Ngo Hin speelde op 1 tegen Bram van Huygevoort (2037). Zij kregen een gelijke stelling op het bord waar geen van beiden iets kon forceren, maar gezien de stand speelde Ngo Hin nog een tijdje door. Uiteindelijk eindigde deze partij toch in remise, en waren de matchpunten definitief uit onze handen.
Ad bleef als laatste over in de zaal, tegenover Rick van Loy (1842) op bord 8. Ad belandde in een eindspel met D+P+L tegen D+L+L en moest helaas een vrij belangrijke pion opgeven. De stelling leek onvermijdelijk verloren, maar achteraf beweerde onze voorzitter tijdelijk gewonnen gestaan te hebben! Zonder ooggetuigen was dit moeilijk te geloven, maar vanmiddag heb ik de stelling met eigen ogen gezien, en hij bleek gewoon gelijk te hebben. Na een paar onzuivere zetten van zijn tegenstander wist Ad al zijn stukken in de aanval te betrekken, en opeens stond hij er ontzettend goed voor. Helaas pakte hij iets te gretig een pion waarvan hij de verdediger over het hoofd had gezien, wat Ad zijn dame kostte.
EGS 1 (1847) De Pion 3 (1847) 5½-2½
1. Bram van Huygevoort (2037) Ngo Hin Cheng (1957) ½-½
2. Bart Plasmans (1694) Rogier van Loon (2001) 1-0
3. Alex van Lanen (1894) Eric van Loon (1866) ½-½
4. Jasper van Dalen (1838) Rogier van Loon (1995) 0-1
5. Thomas Kools (1862) Martijn Verbeek (1797) 1-0
6. Robin Verhoeven (1752) Koen Riemens (1737) 1-0
7. Ard van Beek (1854) Joris Kok (1718) ½-½
8. Rick van Loy (1842) Ad Bruijns (1703) 1-0