De Pion 3 Bekert Door!
Goed! Mijn voornemen was om elk verslag van De Kampioenen te beginnen met superlatieven over hoe geweldig we wel niet zijn, hoe makkelijk het was, hoeveel rondes nog resteren tot het kampioenschap. Strooien met uitroeptekens, overtreffende trappen, hoongelach wat betreft de tegenstanders, etc etc etc.
Maar nu de realiteit. Op maandag 8 november trad een smaldeel van De Kampioenen aan voor de traditionele bekercompetitie van de NBSB. Traditioneel? De enige traditie die onze vereniging in deze competitie heeft weten op te bouwen, is dat we steevast in de eerste ronde geëlimineerd worden. Maar nu waren de verwachtingen hooggespannen. Weliswaar was onze tegenstander er meteen eentje van formaat, namelijk De Drie Torens uit Tilburg, wiens (tweede) team in de Promotieklasse speelt. Toch werd er serieus rekening gehouden met het behalen van de volgende bekerronde, gezien de bezetting van ons smaldeel. Carlo, Eric, Marcel en Rogier namen plaats achter de borden in Theseus, de gezellige speellokatie van DDT.
Al vrij snel kwam er tekening in de strijd, omdat Carlo (bord 1) nog in de opening een stuk toegeworpen kreeg. Deze pakte hij op. Zijn tegenstander had een complete off-day, het stuk werd uiteindelijk een toren en de vlag werd gestreken. Een tactical blow in een vroegtijdig stadium.
De overige borden gaven nog niet veel informatie prijs. Rogier (bord 2) bestreed een Catalaan met zwart, en Eric (bord 3) leek wat minder te staan. Bij Marcel (bord 4) was het allemaal nog schermutselingen zonder zwaar geschut.
Toch leken er al snel zaken mis te gaan. Rogier speelde een tactische wending waarbij hij het centrum zou verkrijgen, of een pion op de damevleugel zou snoepen. Het was echter een valstrik voor hemzelf, omdat hij een kwaliteitsoffer voor zijn kiezen kreeg. In de stelling die volgde was het zijn tegenstander die kon spelen; Rogier stond met zijn rug tegen de muur. Bij Eric leek het allemaal heel erg dunnetjes. Vanuit de opening kon hij materiaalachterstand voorkomen, maar zijn dame werd over het bord gejaagd. Daarbij kon zijn tegenstander vervolgens een pion snoepen op b2 en zo zonder te rekenen was het allemaal niet duidelijk of Eric deze zou terugzien of voldoende compensatie zou krijgen. Marcel had een evenwichtige stelling, maar had wel lichte tijdnood. Dat moest toch remise zijn. Met de stand op de borden zou een remise op bord 4 betekenen, dat Eric óf Rogier een remise zou moeten keepen en dan zouden we met 2-2 doorgaan wegens afvallen van resultaat van het laagste bord.
Maar het noodlot sloeg toe. Marcel had opeens een stuk minder, en er was geen uitzicht op een halfje daar. De eerste uitslag viel ook logischerwijs op zijn bord, de stand was weer gelijk 1-1. Dat betekende dat Eric en Rogier gezamenlijk één punt zouden moeten scoren. En er werd hard gezweet op bord 2 en 3. Op bord 2 had Rogier nog steeds een kwaliteit meer. Het tempo van de partij was ingezakt omdat beide spelers in de denktank waren gegaan. Het zag er niet goed uit en inderdaad miste Rogier’s tegenstander een kansrijke voortzetting. Meteen hierna kon Rogier echter counteren. Hij kon zich loswrikken uit de ijzeren greep. Er vond een afwikkeling plaats, waarbij de kwaliteit werd teruggegeven, en er resteerde een eindspel met een loperpaar en een pion meer tegen loper + paard. Dit moest echter wel gewonnen worden, omdat bij Eric nog steeds niet duidelijk was, hoe het zou aflopen.
Eric had echter goed gerekend. De partij was razend ingewikkeld, over het hele bord stonden zwarte stukken verspreid en de vraag was of deze gecoördineerd konden samenwerken. Via een handige afwikkeling kwam er een stelling op het bord waarbij Eric een hele mooie tactiek had die de verloren pion terugwon. Uiteindelijk resteerde een toreneindspel met evenwichtige materiaalverhouding, en het vermoeden is dat dat eindspel technisch gewonnen moest zijn voor wit. Eric deed echter het enige juiste: hij cashte de remise, met de wetenschap dat Rogier zijn stelling toch niet meer kon verliezen. Tussenstand 1½-1½ .
Rogier had dus een beter eindspel weten te bereiken. Meerderheid twee tegen één op de damevleugel en het loperpaar. Al vrij snel werden de witte stukken vastgepind en in de tijdnoodfase leverde dat een stelling op waar uiteindelijk het witte paard op handige wijze werd ingesloten. Een overwinning en eindstand 2½-1½ voor De Kampioenen.
Het had evenwel anders kunnen aflopen dat moge duidelijk zijn. Wat ook duidelijk is, is dat onze vereniging nu met een hardnekkige traditie heeft gebroken, we spelen namelijk in de volgende ronde van de NBSB Beker.
De Drie Torens (1811) – De Kampioenen (1980) 1½ – 2½
1. Ernest van Moorsel (1789) – Carlo Rens (2049) 0-1
2. Berry Brand (1920) – Rogier van Loon (2014) 0-1
3. Willem van de Brink (1849) – Eric van Loon (1963) ½-½
4. Tommie van Moorsel (1685) – Marcel Huijser (1893) 1-0