De Pion 2 verliest maar handhaaft zich!

De Pion 2 verliest maar handhaaft zich.

Omdat de teamleiders op hun maandelijkse kwartetavondje weer netjes ieder 2 keer kwartet hadden gemaakt, konden we gisteren op acceptabele sterkte naar Sliedrecht afreizen.

Robert’s aanwezigheid was gevraagd op een jubileumfeest, en David speelde gisteren voor een Brussels advocatenkantoor. Met onze beperkte middelen kunnen we helaas geen tegenwicht bieden aan het grote geld, en dan is zo’n talent moeilijk te behouden.  Bovendien wil niemand, dat er een onschuldige brave Belgische huisvader voor jaren in het cachot verdwijnt, omdat zijn advocaat – toen het erom ging –  zo nodig een potje moest schaken in Sliedrecht.  Wij van de Pion 2 doen daar niet moeilijk over:  It’s all about giving back to society.

In Carlo en Erik hadden we sterke vervangers. 

Sliedrecht speelt op de terrein van de plaatselijke korfbalclub, en omdat ik zelf na een hele slechte partij na een uurtje met een nul buitenstond, zag ik voor het eerst in mijn leven een korfbalwedstrijd.

Een wonderlijk schouwspel, waar 4 jongen en 4 meisjes, elkaar zenuwachtig giechelend een bal toegooien als ware het een granaat die elk moment kan ontploffen. Om de paar minuten laat iemand de bal afketsen op een rieten mandje. WTF is dit?  Een sport, oud- Hollandse folklore, de nieuwste manier van speeddaten? 

Paul was vlak na mij klaar. Hij maakte handig gebruik van het feit dat je zo goed bent als je laatste partij, zodat hij zijn hoge rating dit seizoen toch nog waarmaakte. In een Franse partij won hij met zwart met speels gemak. Teminste zo zag het er voor mij uit.

Helaas kon onze gewaardeerde teamleider Frank, het op bord 1 niet bolwerken tegen hun sterkste speler, en sloot het seizoen af met een teleurstellende score. In de avondcompetitie voor RSG werd hij overigens topscorer met een bijna perfecte score!  Je hebt nou eenmaal ochtendmensen en avondmensen, daar doe je verder weinig aan. Het wordt hoog tijd dat de KNSB,  eindelijk eens de langverwachte circadische correctie in hun ratingsysteem gaat doorvoeren, zodat ook Frank  zijn FM-titel kan aanvragen.

René heeft zijn oude mannen van wat nieuwe scherpe tandjes voorzien, want ze bijten de laatste tijd lelijk door.  6 ½ uit 9 dit seizoen(+2 overscore) daar kun je mee thuiskomen.  Overigens is hij ook nog volop in de race voor zijn tweede clubkampioenschap. Er was gisteren na afloop nog enige discussie of zijn eerste clubkampioenschap nou onder Juliana of Beatrix was, om maar aan te geven dat deze man bezig is aan een tweede jeugd.  De meeste zaterdagavonden als ik rond een uur 10 beneveld uit Merks thuiskwam, trof ik  een volledig uitgewerkte analyse van zijn partij die middag in mijn mailbox, en het zou me niks verbazen als hij intussen ook nog had gekookt, gewassen en gestreken en er net een hardlooprondje van 10km had opzitten.  Waar haalt een mens de energie vandaan? 

Het zag er bij hem gisteren lange tijd veelbelovend uit, maar het verzandde uiteindelijk in remise.

Elfje speelde met zwart tegen Robert van Rekom, zoon van de schrijver van het openingsboek ‘De leeuw’.  Een beetje belachelijke naam voor het saaie onschuldige systeempje  1. E4,D6, 2. D4 Pf6, 3.Pc3 Pbd7… en wit leefde nog lang en gelukkig. Het roept bij mij meer associaties op met een dier dat passief in een hoekje zittend, met een glazige blik per dag 50kg bamboe wegknaagt : de panda.  Omdat dit ook de speelstijl van Erik prima beschrijft, en Robert door zijn opvoeding waarschijnlijk een heilig ontzag heeft voor een dergelijke stijl, zal het niemand verbazen dat de partij eindigde in een saaie correcte remise.

Dan zijn we aangekomen bij Benny Onrust. Onrust?  Nou, ‘deze jongen ben nie onrust’, zouden onze Zuid- Afrikaanse taalverwanten zeggen. Het is altijd weer een genot om hem  aan het werk te zien.  Vredig glimlachend, schuift hij met rustige nauwkeurige positionele zetjes zijn tegenstanders naar de afgrond. Zelden of nooit is er verliesgevaar, en vanwege de onschatbare educatieve waarde stel ik voor, dat er geen enkel diploma meer aan jeugleden van De Pion wordt verstrekt, voordat ze op zijn minst 1 partij uit het rijke oeuvre van Benny uit het hoofd kunnen naspelen.

Gisteren was hij uiteraard weer als laatste klaar.  Remise, hoewel er de hele middag meer leek in te zitten.

Carlo kwam prima uit de opening tegen zijn jeugdige tegenstander. Hoewel zijn teamgenoten dat op dat moment nog anders zagen, kwam hij halverwege de middag al klagen dat zijn stukken wat onhandig stonden, en dat het dus lastig ging worden.

Dat hij de partij uiteindelijk verloor, is dus vooral een illustratie van het enorme stellingsbegrip dat deze man heeft. En daar kun je niets dan respect voor hebben. Even dacht ik nog dat hij op een geniale wijze ontsnapte door af te wikkelen naar het eindspel  L tegen T + g-pion, maar dit was natuurlijk weer één van die uitzonderingen dat het toch gewonnen was voor de tegenstander.  Altijd pech.

Dan: de man, de legend, gatenkaas, Jaegermeister, het scheermes van RBC enz.  We komen woorden tekort om dit fenomeen te beschrijven.  Sinds hij zijn cocept van de Ted-talk in licentie heeft gegeven aan wat handige jongens uit San-Fransisco, is hij stil aan het leven.

Het concept was bij pionleden al langer bekend.  Ted geeft aan de bar een superstrakke presentatie van maximaal 18 minuten over een scherp omlijnd specialistisch onderwerp.

De rol van de toehoorder beperkt zich gedurende die 18 minuten tot aandachtig luisteren. Na afloop mag je hem een trapist aanbieden en is er ruimte voor vragen. 

Waarschijnlijk heeft ieder pionlid wel zo zijn eigen favoriete  Ted-talk. Ikzelf vind het maar moeilijk kiezen tussen zijn lezingen over de subtiele smaakverschillen tussen de verschillende tabaksoorten,  het RBC van rond de Jaren 80,  de horizon problemen van de vroege schaakcomputers, de sluitertijden van verschillende merken fototoestellen enz. enz.

De vrijdag voor de wedstrijd waren Erik en ik aan de bar nog toehoorder bij zijn laatste Ted-talk.  Het onderwerp was: ‘ het is nogal merkwaardig dat Ad Visser, het zonder noemenswaardige connecties in het Hilversumse, het heeft weten te schoppen tot presentator van Avro’s Toppop, terwijl anderen daar toch zoveel geschikter voor waren’.

Mede door de 7 westmalles en wat ricards,en omdat er wat herhalingen in het verhaal slopen, lukte het hem helaas niet helemaal om het verhaal binnen de 18 minuten af te ronden. Maar ik heb er weer een hoop van opgestoken.

Zo weet ik nu dat Ad Visser een korstondig samenwerkingsverband had met Daniel Sahuleka in 1982, en samen met hem het het hitje scoorde :’up down like a yoyo, life is just a giddy ap a gogo’.  Wijze woorden, maar die Ad Visser is inderdaad een rare snuiter.  Tedjes heeft meestal wel gelijk, maar het kan soms wat puntiger.

Maar wat kan deze man schaken. Gisteren was het weer raak.  Onophoudelijk plukkend aan zijn sik – het gerucht gaat dat DSM-research een ultra sterke kunstvezel uit Teds baardharen heeft weten te isoleren, die door Hans Klok gebruikt gaat worden om in zijn nieuwe show een kudde levende olifanten door de zaal te laten zweven –   puzzelde hij zich in alle rust een weg naar de winst.  Zijn tegenstander, een jeugdspeler met bijna 2000, was redelijk kansloos.

Een 4 1/2- 3 1/2  nederlaag dus, maar omdat DD van D4 won, spelen we volgend jaar gewoon weer in in de 3e klasse.

Geef een reactie