De Pion 2 krijgt loon naar werken
Na 2 redelijk makkelijke overwinningen nu de eerste serieuze test voor De Pion 2. De Zwarte Dame 2 had net als wij de eerste 2 wedstrijden gewonnen, dus dit was een niet te onderschatten team. Overigens een rare naam: de Zwarte Dame. In heel het team geen dame te bekennen en zwart waren ze ook geen van allen. En hoe vertel je het thuis als je een avondje bent gaan schaken?
“Waar ben je geweest?”
“Ik was bij de Zwarte Dame.”
“Bij wie? Wie is die zwarte dame? En wat moest jij daar?”
En zo is een echtelijke ruzie snel ontstaan.
Als je kijkt naar de uitslag van de wedstrijd (7-1 voor ons) lijkt het alsof het voor ons een makkelijke middag was. Dat was zeker niet het geval. Aanvankelijk zag het er zelfs helemaal niet zo florissant uit voor ons. Henk Alberts stond allerbelabbertst, de rest was nog onduidelijk. De zorg was zelfs even of we vandaag niet een uitglijder zouden maken en onze kampioensaspiraties een stevige knauw zouden krijgen. Maar halverwege de middag keerde het tij. Allereerst Henk Alberts: hij stond verloren, maar tekende toch de 1-0 voor ons aan. Zijn tegenstander ging de fout in en Henk wist plotsklaps alsnog de partij te winnen. En toen volgde één voor één de rest. We wonnen op uithoudingsvermogen. De spelers van De Pion 2 bleven na een lange middag zwoegen nog scherp, waar onze tegenstanders steken gingen lieten vallen.
Muhammed Almatni vergaarde pionnetje voor pionnetje. Met één pionnetje achter probeerde zijn tegenstander (Alexander van ’t Hoff) het nog met een remise-aanbod, maar Muhammed rook winst en liet zich het volle punt niet door de neus boren. Met een sloot pionnen voor was het uiteindelijk eenvoudig winnen voor Muhammed. Patrick Lubbers speelde een krankzinnige aanvalspartij, vuurwerk van twee kanten op het bord. Patrick won een stuk en scoorde de 3-0.
Bij Ton van der Werf ging het er heel wat rustiger aan toe. Lang was de stelling gelijk, Ton wist zijn tegenstander met een zwakke pion op te zadelen wat hij na wat beukwerk wist te winnen en dat was voldoende om vervolgens het eindspel te winnen. Erik van Elven sloopte bedaard, maar vakkundig, zijn tegenstander, zoals we dat van Erik gewend zijn. De stelling werd langzamerhand steeds gecompliceerder, Erik won een stuk en zijn tegenstander ging door de vlag: 5-0 en de teamwinst was binnen. Bij Ad Bruijns ongeveer hetzelfde verhaal. Ad zette zijn tegenstander met de rug tegen de muur, tot die helemaal niks meer kon en in een toch al verloren stelling eveneens door de vlag ging.
De partij tussen Bas Robben en de jonge Collin Rottier was er één om van te smullen. Collin offerde een stuk om een koningsaanval te krijgen, dat leek in eerste instantie weinig op te leveren, maar hij bleef het Bas zo lastig maken dat Bas zich genoodzaakt zag het stuk terug te geven. Bas had intussen wel een pion meer. Bas gaf een stuk om 2 verbonden vrijpionnen te krijgen, hoopte daarmee de boel te beslechten en de winst te forceren, maar werd onaangenaam verrast en stond plotseling mat. Het overigens dikverdiende erepunt voor De Zwarte Dame 2 was daarmee binnen.
Zelf stond ik de hele partij iets beter, maar met ongelijke lopers op het bord blijft de kans groot om in een remise-eindspel te komen. Na urenlang spelen begon de vermoeidheid ons beiden wat parten te spelen. Ik miste een paar mogelijkheden om nog wat beter te komen staan (tot frustratie van mijn teamgenoten die dat wel zagen), maar mijn tegenstander gaf, waarschijnlijk puur uit vermoeidheid, zijn loper weg. Daarna was het in enkele zetten beslist en wist ook ik mijn puntje binnen te hengelen.
Een slijtageslag, waarin wij uiteindelijk boven kwamen drijven. De grote uitslag van 7-1 doet geen recht aan de krachtsverhoudingen, die een stuk kleiner waren dan die uitslag doet vermoeden. We liggen op koers naar het kampioenschap, maar we zijn er nog lang niet.
Bord | De Pion 2 | 6L | De Zwarte Dame |
---|---|---|---|
1 | Erik van Elven (1897) | 1-0 | Herman Schoonakker (1633) |
2 | Ton van der Werf (1879) | 1-0 | Sander de Bruijn (1707) |
3 | Ad Bruijns (1830) | 1-0 | Flip Meijaard (1599) |
4 | Patrick Lubbers (1758) | 1-0 | Ad van Klinken (1689) |
5 | Muhammed Almatni (1758) | 1-0 | Alexander van ’t Hoff (1435) |
6 | Henk Alberts (1726) | 1-0 | Wouter van der Ploeg ( – ) |
7 | Kees van Hogeloon (1732) | 1-0 | Julian Duynkerke ( – ) |
8 | Bas Robben (1703) | 0-1 | Collin Rottier ( – ) |
Gemiddeld 1796 | 7-1 | Gemiddeld 1613 |