De Mannêh verliezen met 5-5
Helaas hebben onze Mannêh met 5-5 verloren van onze Westerburen, BSV 1.
Onze eerste bordspeler, Lusch, verloor rond half drie verrassend als eerste nadat hij met zwart in een stelling met een pluspion tegen zwaar initiatief een uitglijder produceerde tegen Arjon Severijnen.
Vervolgens duurde het een poosje voordat de solide Mannêhbroeders Marloesch, Ngo Hinsch en Rensch gedrieën een prima plusremise op de scoreformulieren lieten bijtekenen.
Tedjesch kwam direct uit de nachtdienst naar onze thuisbasis en had kennelijk niet al teveel geslapen waardoor een nederlaag onvermijdelijk was.
Erik-Jantje deed ondertussen proefexamen voor het volgende seizoen Mannêh Eén. Helaas bleek hij ook last te hebben van slaaptekort (’s avonds een man, zaterdags één van de Mannêh ging nog niet helemaal soepeltjes) en hij werd deskundig opgebracht door een hongerige Krab.
Vierenhalf – anderhalf was rond de tijdcontrole de tussenstand. Met nog vier borden te gaan kon het dus nog altijd.
Zoals het klokje op de Werfsch tikt, tikt het nergens. We zijn op landelijk niveau overeengekomen dat we maximaal twee uur gebruiken voor onze eerste veertig zetten. MAXIMAAL betekent dus dat je maar liefst twee uren de tijd hebt om met je hand een houtje van je eigen soort legaal te verroeren en de klok van je tegenstander in werking te stellen. Onze neo-TL Ton hoefde vanwege zijn TL-ervaring geen examen te doen en dit was volkomen terecht: hij won de vlag van de tegenstander met zijn spion en tekende de eerste Mannêhlijke overwinning van het seizoen aan: hulde!
Benny hield vervolgens Martijn Blom op een solide remise: Bergen op Zoom bleek vanwege een lacune in de reglementen niet meer in te halen.
De Hoofdman der Hoofdmannêh Rodzjer zorgde in de nabeurt namelijk nog wel voor een tweepunter door als vaste supersub te WINNEH!
Edoch, voor de bord- en matchpunten vervallen helaas de gescoorde punten in de tweede klasse, waardoor we op een 5-5 nederlaag uit zijn gekomen.
Alle uitslagen nog even op een rijtje:
De Pion 2 (1944) – BSV 1 (2077) 5 – 5
1. Paul Kuijpers (2012) – Arjon Severijnen (2193) 0 – 1
2. Carlo Rens (2004) – Werner Van Den Brande (2248) ½ – ½
3. Ted van Eck (1992) – Semen Minyeyevtsev (2105) 0 – 1
4. Erik-Jan Colijn (2032) – Freek Schouten (2028) 0 – 1
5. Marloes Peeters (1925) – Marcel Van Herck (2110) ½ – ½
6. Benny Onrust (1881) – Martijn Blom (1969) ½ – ½
7. Ngo Hin Cheng (1795) – Oliver de Hert (1998) ½ – ½
8. Ton van der Werf (1915) – Sander Boogaard (1968) 1 – 0
9. Rogier van Loon (2033) – Luc Palmans (1946) 2 – 0