DD 2 – De Pion 2
De avond voor de match werd ik erop attent gemaakt dat op de DD-website er duidelijk was gemaakt dat er tegen ons kansen liggen. Dat verbaasde mij nogal, er zijn toch altijd kansen, waarom moet ik dat weten? En uit het voetbal weet ik dat het gaat om het benutten van kansen. Zo op weg naar Den Haag ontstond er paniek in mijn auto, ik had namelijk weer dezelfde afslag (niet Den Haag) te vroeg genomen, net zoals de vorige keren. Het rijden met zo’n Tom-Tom valt nog niet mee.
Frans Peeters vertelde me de avond ervoor dat hij bij DD altijd graag kwam, de zaal van het Nationale Schaakgebouw is net een museum, en de stukken zijn misschien wel 100 jaar oud. Tja als speler valt dat meestal niet zo op, wedstrijdleiders hebben daar wel voldoende tijd voor. Zo komt ik bij mijn partij(8) tegen Eric Koreman uit, binnen anderhalf uur klaar, remise zonder veel ophef. Dus deze keer heb ik alles kunnen bewonderen, zo kwam ik erachter dat Robert(2) tegen meervoudig DD-kampioen Jan-Joost Lindner zat te spelen. Robert kreeg een partij met ongelijk materiaal, D+T tegen 2T+P+L+p. Robert vertelde mij dat er een truc in de stelling kwam en hij dacht dat kan niet, maar daarna zat er nog een truc in die hij niet had gezien. Zo kwam deze materiaalverhouding tot stand, en dat kwam niet meer goed, 1-0 voor de DD-kampioen.
Op 4 speelde Marc, een partij waarvan ik dacht dat het een eenvoudig gewonnen eindspel was, Reinhard Henn had iets verder gekeken en via acties met dubbele torens op de 7e rij werd het toch remise. Bij Bo(1) was er iets mis gegaan in de opening, FM Henk Happel stond de gehele partij onder druk en probeerde er met O-O-O nog iets van te maken. Dat ging niet goed en Bo haalde het punt binnen. Frank(7) kreeg de draak tegen, verloor in het middenspel een pion en in het eindspel er nog één. Dat was teveel van het goede, en Theo van Orsouw kon voor DD een punt aantekenen.
Erik(5) had na de opening nog T+L+P+6p net zo als tegenstander Aleksander Henke, met een heel subtiele loperafruil kreeg Erik de overhand wat resulteerde in 2 pluspionnen. In het eindspel werden er nog meer pionnen gewonnen en dus opgegeven. René(6) had een erg ingewikkelde partij, lang kon ik de stelling met nog heel veel op het bord niet beoordelen. Gezien de standen op de andere borden dacht ik dat dit de meest belangrijke partij voor het eindresultaat zou zijn. Dat klopte, René kreeg op een gegeven moment aanvalskansen over de g-lijn en verzilverde zo het punt. Voor de goede lezers is de stand nu 3-4 in ons voordeel, en alleen Benny(3) was nog bezig. Benny had de hele partij meer spel dan Onno van Dijk, maar had ook een dubbelpion. Toen die dubbelpion was opgelost, had Benny nog steeds een klein voordeel, en remise was genoeg. Op een gegeven moment moest Onno van Dijk op een afruil ingaan, anders verloor hij een pion (of zetherhaling), en bleef er geen winstpoging meer over en dus remise.
DD 2 – De Pion 2: 3½ – 4½
1. FM Henk Happel – Bo de Veth: 0 – 1
2. Jan-Joost Lindner – Robert Schuermans: 1 – 0
3. Onno van Dijk – Benny Onrust: ½ – ½
4. Reinhard Henn – Marc Naalden: ½ – ½
5. Aleksander Henke – Erik van Elven: 0 – 1
6. Jan Willem Koelmans – René van den Broek: 0 – 1
7. Theo van Orsouw – Frank Lambregts: 1 – 0
8. Eric Koreman – Ted van Eck: ½ – ½