Beter een laat verslag dan nooit een verslag: De Pion 2 – LSG 4
Een verslag dat later volgt, is altijd op tijd. En beter laat dan nooit. Zeker als er geen deadline of vlag aan te pas komt. Bij het schaken is die deadline of vlag er vaak wel en kan zelfs een cruciale factor zijn in de uitslag. Zo leek dat ook afgelopen zaterdag zo te zijn. Hoe dat zit, leest u hieronder.
Nog voor de aanvang van de match tegen LSG, kreeg de schrijver dezes het bericht dat David in de file voor de grens terecht was gekomen. Grenscontroles en de invoering van de kilometerheffing in België… Om klokslag één uur zou de partij van David verloren zijn verklaard, maar dat werd gelukkig voorkomen. Enkele minuten voor één kwam David binnen en kon het opnemen tegen Jan Hellenberg (1953) op het eerste bord. Met een uur minder bedenktijd, kwam David, mijn inziens, in een slechtere stelling. Maar al vrij snel werd er remise overeen gekomen. Een prima uitslag, zeker gezien de stand op de andere borden op dat moment.
Kort daarna, of ervoor, was ook het derde bord klaar. Paul speelde tegen Marco de Mooij (1964) en kon niet anders dan toezien hoe alle stukken werden afgeruild. Een simpele remise volgde.
Maar toen kwamen de punten binnen lopen. Marc speelde op bord vier tegen Henk van der Scheer (1933). Het werd een mooie aanvallende partij en in de koningsaanval werd er loper gewonnen. Met een stuk meer was het een kwestie van tijd voordat het punt binnen werd geharkt.
Robert mocht het op het vijfde bord opnemen tegen Frans Erwich (1917), en deed dat zoals ik hem dit seizoen heb leren kennen. Stelling die alle kanten op kunnen. Soms de slechte kant, soms de goede kant. En u raadt het al, dit maal was het de goede kant. In de slotstelling werd een matdreiging van Robert fataal voor Frans.
Ted speelde op het zesde bord tegen Vincent Schenkelaars(1758). Ted wist de macht te nemen over een open d-lijn. En daar maakte hij gebruik van om binnen te komen in de stelling van Vincent. Eenmaal binnen, mocht hij het punt meenemen.
Benny speelde een goede partij tegen Peter Passenier (2019). Hij werd actief met zijn paarden en wist zelfs een paard van Peter te winnen. Maar een onnauwkeurigheid deed Benny als nog de das om. Na een schaak, liep Benny met zijn koning de verkeerde kant op waarna hij in een matnet terecht kwam. In een poging genoeg pionnen over te houden om te strijden tegen een eenzame toren en het matnet op te lossen, gaf Benny een toren en een paard terug. Maar dat mocht niet baten.
Als u goed heeft geteld, hebben we ondertussen al een matchpunt binnen. Aan remise zouden we voldoende hebben voor een extra matchpunt.
Op het laatste bord speelde uw verslaggever tegen Folkert-Jan Geertsma (1936). Ik kwam redelijk goed uit de opening en kon druk zetten op de stelling van Folkert. In een poging om onder de druk uit te komen, maakte Folkert een misrekening die mij de partij had op kunnen leveren. Ik kon simpelweg met twee stukken een pion gaan aanvallen die niet tweemaal verdedigd kon worden. Maar helaas, gemist. Uiteindelijk bleef er niks over in de stelling en was het dus een remise.
Ondertussen was op het zevende bord René ontsnapt aan een verliespunt. René kwam goed uit de opening maar maakte een fout in het middenspel. Dit werd echter niet afgestraft door zijn tegenstander, Daan Binnendijk(1894). Nadat alles was afgeruild en er een pionneneindspel op het bord kwam, probeerden beide heren een vrijpion te maken. De vrijpion van René was echter sneller en de dame die daaruit kwam kon alle pionnen van Daan tegenhouden. En zo eindigde de match in 5½ – 2½.
Volgende ronde wacht ons Sliedrecht uit. Bij een gelijk spel zijn we absoluut zeker van lijfbehoud.