Arnhem blijkt een maatje te groot
Het Eerste van De Pion reisde op zaterdag 7 oktober 2017 af naar een koud Arnhem waar wij in jolige spanning de tweede wedstrijd in de klasse 1B tegemoetzagen. Met onze grote selectie gaat het dit seizoen geregeld gebeuren dat onze teamleider te veel mensen beschikbaar heeft, die kunnen en willen spelen. Zogezegde first world problems. Na lang puzzelen is ons immer gewaardeerde TL tot de conclusie gekomen dat deze ronde Dirk, Pim, en David op het bankje moesten plaatsnemen. Van te voren waren Jan van Mechelen en Robert Schuermans op verkenningsmissie gestuurd en welke bij binnenkomst (12:30) ons (Alik, Anthony, Ger, en ikzelf) al netjes stonden op te wachten, inclusief waardevolle informatie over de oppositie. Langzaam aan druppelde de rest van de brigade binnen, in de vorm van Stefan, Jordy, Mark, Ludo, en Bas (de Feijter). Bas maakte zijn debuut in het vlaggenschip van De Pion, wederom welkom Bas! Vooraf was ons oordeel dat het een moeilijke taak werd om Arnhem te vellen, maar als we een matchpunt (of twee) bij wilde schrijven dan moesten we op de onderste borden goed presteren. De opstelling van Arnhem was indrukwekkend, waar zij op bord 1 Ruud Jansen hadden gepositioneerd (2516 elo) en de gemiddelde rating over de eerste zes borden ruim 2360 was. Op de onderste vier borden hadden wij het ratingoverwicht, dus we schreven onszelf nog niet af en waren het over eens dat met goed spel van onze kant we wellicht mochten dromen van matchpunt(en).
Nu het verloop van de wedstrijd. Bas was als eerste klaar. Op het zesde bord trof hij Ettiene Goudriaan (2359) met zwart. Zoals een oude wijsgeer ooit heeft gepostuleerd: hoe groter ze zijn hoe harder ze vallen. Echter, in dit geval werd dit gereduceerd tot hoe groter ze zijn hoe verder ze moeten bukken om hun veters te strikken. Aan Bas dus de ondankbare taak om het eerste verliespunt te incasseren voor ons team. Daarna wist Stefan op bord 3 tegen Noud Lentjes (2301) een mooi punt te scoren waarmee hij de score gelijktrok. In een Slavische verdediging wist hij de stelling open te breken met d4-d5 waarop Noud niet accuraat genoeg wist te verdedigen en ten onder ging aan een overbelasting op de dame en op de koningsstelling (stukverlies of mat). Waarop Noud de handdoek maar in de ring gooide. Zie Diagram 1. Noud is net de fout in gegaan met 18. … Lc8-b7, welke 19. Lc1-h6 Le7-f7 20. Pe5-d7 toelaat waarop 20 … De8-e6 21. Td5-d6 Lf6-e5 22. Pd7xe5 1-0 het kille vervolg was.
Diagram 1. Stefan Colijn – Noud Lentjes
Aan onze dappere krijgsman (Jan van Mechelen) de eer om Ruud Janssen (2516) in bedwang te houden. Hij begon voorspoedig en het leek erop dat Jan een koningsaanval aan het opzetten was, waarbij hij zelf opmerkte dat hij zich ambitieus voelde vandaag en al aan het dromen was van een thematisch loperoffer op h7. Zelf schreef hij hierover:
“Ik besloot na 8…Pfd7 ambitieus te zijn en vol op aanval te spelen. Heel erg enthousiast werd ik toen ik dacht het thematische loperoffer op h7 te kunnen brengen, misschien wishful thinking. Helaas had ik de verdediging met Ld3 na 16. Dh5 totaal overzien. Eigenlijk erg naïef, het lag voor de hand dat mijn tegenstander een afgemeten verdediging zou hebben. Ik zag het echter niet en dan moet je in je eigen kansen geloven. In de analyse na afloop bleek dat ik ook na het betere 14. P:e5 al minder zou hebben gestaan, hetgeen enigszins een troost was.”
Daarna speelde Ludo op bord 10 een Scandinavische verdediging tegen zijn jonge opponent, Tom van ’t Hoff (1614). Ludo evalueerde na een tiental zetten dat het een remise-achtige stelling was, al vond ik hem al snel erg prettig staan met zwart. In Diagram 2 speelt Tom 16. Lb3xe6!? om de stelling te compliceren en Ludo ging zelf niet in op het offer maar besloot ervoor om 16. … Pd7-e5 te spelen, waarna het zwarte voordeel afzwakte tot een evenwichtige stelling. De engine geeft aan dat 16. … f7xe6 goed speelbaar is maar het is geen pretje om tegen te krijgen want de zwarte koning komt aardig op de tocht. Ludo weet hierna toch weer een minieme voordeeltje te behalen totdat zijn tegenstander een vol stuk in de aanbieding doet, wat gretig werd aangenomen. Ludo trok de score weer gelijk naar 2-2.
Diagram 2. Tom van ’t Hoff – Ludo Tolhuizen
We kwamen in de wedstrijd zelfs nog op voorsprong doordat Alik, op het tweede bord, ogenschijnlijk soepel won van door ons allen goed bekende Bart von Meijenfeldt (2279). In een Engelse opening koos Alik voor een solide opzet waar Bart niet zo veel raad mee wist. Von Meijenfeldt liet Alik zijn centrumpionnen naar voren duwen waarop Bart genoodzaakt was om een pion op a7 te nemen met zijn zwartveldige loper, alleen stond deze in een lelijke penning op de dame. De dame ging zelfs verloren, en er werd nog even doorgespeeld maar het lot van de Engelse witspeler was eigenlijk al bezegeld. Hierna was het aan Mark om een vuist te maken tegen zijn zeer sterke tegenstander Willy Hendriks (2410). In een Taimanov werd er, van wat ik gezien heb, redelijk wat theorie op het bord geslingerd en in deze titatenstrijd trok Mark eigenlijk aan het kortste eind. Anthony speelde een correcte remise tegen Dries Wedda (2082) waarbij Dries druk had op de zwarte stelling, maar Anthony af wist te wikkelen naar een remise eindspel waar er voor beide spelers niet veel meer voor te spelen was. 3.5-3.5.
Jordy verloor op bord 4 van een andere Engelse witspeler (Joost Offringa, 2318). Jordy werd op zet 18 gedwongen om een kwaliteit te geven, maar hij kreeg hierdoor misschien wat kansen op de witte koning. Zie Diagram 3. Joost heeft net 18. Dd1-b1 gespeeld en dreigt na 18. … Td8-e8 19. Pf3-d2, waardoor zwart genoodzaakt is om 18. … Te4-f4 te spelen, wat volgde is 19. g3xf4 Df4-g4+ 20. Kg2-f1 Dg4xf3 21. Db1-e4 Df3-h3+ 22. De4-g2 Dh3-d3+ 23. Kf1-g1 Ld6xf4 24. Ta1-d1. Jordy speelde toen De4-c2 wat gelijk d5 toelaat en uiteindelijk weet wit deze d5-pion ook helemaal naar voren te duwen. Een stuggere verdediging was 24. … De4-f5 wat de doorbraak d5 een hele tijd uit kan stellen en ook al staat wit iets beter is het onduidelijk wat het correcte witte plan dat moet zijn. 4.5-3.5
Diagram 3. Joost Offringa – Jordy Schouten
Diagram 4. Cees IJzermans – Jeroen van Onzen
Op bord 7 zat Robert tegen Geert van Hoorn (1958) en kreeg hij De Draak tegen. Er werd door beiden heren scherp gespeeld alleen bleek de zwartspeler na het hele bord geruild te hebben een pion meer te hebben in een dubbel toren eindspel. Vanaf dat moment ging Robert er even goed voor zitten en wist dit eindspel na 71 zetten op remise te houden. 5-4. Als laatste was ikzelf nog bezig tegen Jeroen van Onzen (2091). Ik speelde de Averbakh en Jeroen deed wat a-typische zetten waarmee hij mij verwarde en toch een prima stelling behaalde. In het middenspel wist ik een structuur te bereiken die mij gunstig leek voor wit. Zie Diagram 4. Zwart heeft net 26. … De8-a8 gespeeld en is van plan om c5 te spelen. Welke ik totaal over het hoofd gezien had, ik dacht alleen aan c6 (waarna ik het paard met de loper kan nemen). Om die reden vervolgde ik met 27. Pe2-g3 om op zet 28 op e7 te slaan. Toen kwam 27. … c7-c5 en moest ik opeens een heel ander spelletje zien te winnen. Ik zette mijn dame op b5 en ruilde het paard op d6, en vervolgens de dames. Ik moest de partij winnen om nog een matchpunt te scoren voor het team, dus infiltreerde ik de stelling met mijn koning, helemaal naar b5 toe. Jeroen verdedigde goed door zijn torens op a en b te zetten waardoor ik niet makkelijk kon breken met b4. Na de tweede tijdcontrole kwam ik in lichte tijdnood waar ik het juiste plan niet kon vinden en zelfs op het einde nog op het midden van het bord nog mat werd gezet door Jeroen. De monarch was op een gevaarlijke missie zo ver in het kamp van de oppositie en helaas was het deze keer niet gegund door Caïssa.
Individuele uitslagen De Toren Arnhem – De Pion Roosendaal