Schaakfeestje van het Tweede eindigt in mineur
Gisteren, 4 februari, vond de wedstrijd tegen Krimpen a/d IJssel plaats. Een bijzondere aangelegenheid. Bij het team van Krimpen, dat bestaat uit jeugdtalenten en enkele volwassenen, speelt de (ex-)trainer van een heel aantal van onze leden. Dolf Meijer is een graag geziene gast in Roosendaal. Als hij hier is, komt hij leden van onze vereniging namelijk beter leren schaken (of lesgeven). Hoe attent eigenlijk van de tegenstander! Viert hij dan ook ons schaakfeestje in de Black Horse mee? U leest het hieronder.
Wie gaan er spelen? De vraag die iedere captain zich een aantal weken voor de wedstrijddatum al stelt. Deze ronde zat de teamcaptain, en ondergetekende, voor het eerst met een echt luxeprobleem. De vorige rondes was er altijd wel iemand die toch niet echt kon of eigenlijk nodig was bij een ander team. Dit keer was het anders, in principe waren er echt tien spelers beschikbaar. Als captain van het team moet je dan een beslissing nemen. Wat is verstandig? Ted, onze fotograaf in de vroege ochtend, werd wijselijk aan de kant gehouden zodat hij het perfecte plaatje kon schieten. Om zoveel mogelijk te kunnen vieren bij het feestje van het Tweede, besloot de captain zelf niet te spelen (met een half uit vijf lijkt dat ook wel net zo verstandig).
De eerste uitslag die gevierd mocht worden, gaf een eerste aanzet tot een feeststemming bij de schrijver dezes. Tijdens de rondes die hij langs de borden maakte, zag hij dat Marcel Glissenaar (2025) met zijn dame op b2 had geslagen. Marcel was zwart en speelde een Caro-Kann tegen Paul, ons talent aan het zesde bord. Paul wist daar wel raad mee en rondde de partij dan ook in 19 zetten in zijn voordeel af. Volgend diagram zou naar eigen zeggen prima kunnen volstaan in een Stap 4-boek:
Paul speelde hier Ld2. Wanneer gekozen wordt voor bijvoorbeeld De7, volgt Pd6+, Kd8?, La5! En mat lijkt onvermijdelijk (na Pb6, geeft Fritz mat in 20 aan, goed gezien Paul!). Ook na Db2 speelt het eenvoudig voor wit, immers na Tc2 staat de dame van zwart ingesloten en de koning van zwart blijft voorlopig in het midden. Het jaar begint dus goed voor Paul met dubbelfeest(midden januari jarig en eindelijk weer eens gewonnen). Een wijze les voor de tegenstander: Met de dame slaan op b2 is eigenlijk nooit goed, tenzij het natuurlijk wel goed is, maar dat is logisch, toch?
Ook de tweede uitslag was een uitslag waar met een enigszins feestelijke stemming aan teruggedacht mag worden. Carlo, die vrijdagavond nog had bijgedragen aan de overwinning van De Pion op SG KiNG en het daardoor eigenlijk wat te laat had gemaakt, kreeg een variant van het Siciliaans tegen die hij wel kent. Peter Glissenaar (2108), de teamcaptain van Krimpen a/d IJssel, kon wel op de koningsaanval spelen, maar Carlo wist dat prima te verdedigen. Carlo bood eerst zelf remise aan, maar Peter wilde zijn 100% score nog volhouden. Er resteerde echter niet veel meer dan remise, dus na wat extra zetten, kwam het remiseaanbod van Peter en nam Carlo het maar aan.
Ondertussen was er al heel wat gevierd op de andere borden, door zowel onze talenten als die van Krimpen. Ons feestje werd echter verpest op het derde bord. Eric, normaal gesproken samen met Benny en Joris een van de verantwoordelijke voor de volle bordpunten, nam het op tegen de al geïntroduceerde Dolf (2208). Eric wist Dolf in de opening een geïsoleerde d-pion te bezorgen, maar kon hij daar voordeel uithalen? Als dat het geval zou zijn, zou het wel eens echt feest kunnen worden. Helaas lukte dat niet, Dolf wist zijn stukken goed neer te zetten. En doordat de geïsoleerde d-pion naar voren werd geschoven, keken de lopers van Dolf opeens naar de koningsstelling van Eric en toen daar de dame bij kwam op de diagonaal van a1 naar h8, werd het te veel voor Eric. Zijn stukken waren naar achter gegaan en materiaalverlies of mat werd onvermijdelijk. Het punt werd gevierd door de trainer.
Ook op het eerste bord werd de feeststemming ruw verstoord. Vorig jaar wist Benny, getuige de sprongen omhoog met zijn rating nog altijd een talent, zijn tegenstander, Harold van Dijk (2276), op remise te houden. Ditmaal liet de FIDE-meester Benny niet naar huis gaan met een half of zelfs heel punt. Aanvankelijk leek dat wel zeker tot de mogelijkheden te behoren. Benny leek in onderstaande een mooie combinatie te hebben, een kwaliteitsruil waarbij Benny een pion extra won.
Txe3 was de zet die Benny speelde. Er volgde, fxe3 en Pxe3. Zwart lijkt twee pionnen voor te komen, maar Harold besloot echter om niet in te gaan op de ruil, maar dwong Benny een paard aan de rand te zetten met Pc4 en ondanks dat Benny daardoor twee stukken tegen een toren had, was het makkelijke spel voor de tegenstander. De dreiging dat het paard aan de rand werd ingesloten, leidde tot pionverlies. Een ouderwetse truc zorgde vervolgens voor stukverlies en de partij was min-of-meer voorbij.
Bij Erik leek er lang niet veel aan de hand. De c-lijn werd geopend en Erik was er als eerste bij met zijn torens. Feest dus!? Hij kon echter geen voordeel uit die c-lijn halen. Sterker nog, tegenstander Arne Pols (1940) wist de c-lijn te veroveren. Bij de stukkenruil die bij de strijd om de c-lijn plaatsvond, had Arne het loperpaar overgehouden, Erik loper en paard. Beide spelers hadden nog een dame, de dame van Arne kwam echter over die c-lijn de stelling van Erik binnen. Toen vervolgens het centrum getracht werd te openen, ging Erik de verdediging in, maar creëerde wel een eigen zwakte waar Arne handig gebruik van kon maken door zijn pionnen voor de koning naar voren te gooien. Zo werd het loperpaar opeens wel handig voor Arne. Het talent van de tegenstanders mocht het punt vieren.
Ngo Hin had al zijn stukken vlug op de plek waren ze moesten staan. Toen zwart zijn stukken wat onhandig probeerde te verplaatsen, kreeg Ngo Hin al snel wat druk op een pion op de b-lijn. Zijn tegenstander, Wiggert Pols (2077), koos ervoor om de pion te gaan verdedigen. Bij die verdediging belandden zijn lopers op de onderste rijen. Die lopers stonden uiteindelijk buitenspel en daar wist Ngo Hin flink van te profiteren. Feest dus op het tweede bord voor ons.
In bovenstaande stelling ging Ngo Hin met zijn paard richting f5, om g7 te dekken moest Wiggert wel een kwaliteit geven. De niet-meespelende lopers waren niet veel later een prooi voor Ngo Hin en met een toren meer was het dan ook vlug afgelopen. Een voorbeeld hoe af te rekenen met talent. Was een matchpunt dan nog mogelijk, of zelfs twee?
René, binnenkort pas echt in een feeststemming (20 procent van het Tweede viert op dezelfde dag een verjaardag), speelde ondertussen een rol bij een half kinderfeestje. Zijn tegenstander, de pas 12-jarige Lucas Nguyen (1854) heeft al vaak mogen deelnemen aan NK’s en is bijvoorbeeld in 2013 nog nationaal pupillenkampioen geworden in de categorie tot negen jaar in Roosendaal, hij heeft dus feestelijke herinneringen aan het spelen in Roosendaal. Het was dus oppassen geblazen voor René. Hij had zelf een pion geofferd in de veronderstelling die wel weer terug te verdienen (gokt de verslaggever zo). Dat bleek echter niet zo te zijn. Het voordeel was wel dat er ongelijke lopers op het bord waren gekomen. Even wat willekeurige tactiek tussendoor voor de geïnteresseerden:
In bovenstaande stelling lijkt de zet Lxc4 aantrekkelijk, maar dat faalt door Txa1, Dxa1 en Tc8! De pion op c3 wordt heel zwak (mede door motieven als Lxd4) en daarmee ook de b- en d-pion. Dus wijselijk niet gespeeld door René. Dus de pijlen richten op e4. Lucas wist zijn pionvoorsprong te behouden. Desondanks kwam er, mede door een foute keuze van Lucas, hij activeerde goed zijn koning, maar liet René dat ook doen, een lopereindspel op het bord met remisekansen voor René. Die kansen wist hij te verzilveren.
Als allerlaatste was Joris, nog het enige echte jeugdtalent van het Tweede, hij heeft afgelopen woensdag pas zijn tweeëntwintigste verjaardag mogen vieren(feest!), nog aan het spelen. Ditmaal speelde hij op het vierde bord, met de witte stukken nam hij het op tegen Bart Dubbeldam (2006). Er kwam een Konings-Indish op het bord waarbij Bart al snel behoorlijk wat extra tijd had vergaard in tegenstelling tot Joris. Ons talent wist zich echter keurig staande te houden, en miste in onderstaande stelling helaas een sterke zet:
Na Db1!! is pionverlies voor zwart onvermijdelijk, Joris koos echter voor het directe Pxd6, een toren en pion voor twee stukken. Zou dat voldoende zijn? Door de tijdsdruk die ontstaan was bij Joris, miste hij vervolgens een tussenschaak, waarna het voordeel uit zijn stelling verdween. Gezien de stand, moest er echter wel gewonnen worden. Een haast onmogelijke taak. Bart kreeg een gevaarlijke e-pion en wist een goede samenwerking tussen zijn stukken voor elkaar te krijgen. Met de tijdsdruk leken beide spelers goed om te kunnen gaan overigens. Spanning over vallende vlaggen was hoger bij de toeschouwers dan bij de spelers. Bart wist met een handige koningsmanoeuvre de partij in zijn voordeel beslissen. Na zo’n 5,5 uur schaken moest Joris de spannende strijd staken. Hij kreeg spijtig genoeg geen verlaat verjaardagscadeau van de Zuid-Hollanders.
Meegeteld? Dan komt u op een eindstand van 3-5. Zo komt het kampioenschapsfeest van de talenten van Krimpen a/d IJssel wel heel dichtbij. Wij moeten zien te winnen van het vierde team van Het Witte Paard (jammer dat we niet thuis mogen spelen) uit Sas van Gent om wat zekerder te zijn van een behoudsfeestje. Ter voorbereiding daarvan, zijn de volledige partijen nog altijd een goed bewaard geheim, dus houden we het bij enkele spraakmakende of interessante diagrammen.
Na afloop van het schaakfeestje, werd er uiteraard wel nog volop genoten van een feestmaal(of zoals René zou zeggen: “Er niks van gebakken, maar wel gegeten!”, voor de foto’s kijkt u bij het album van onze voorzitter) bij de Black Horse. Zelfs ons praatschaaktalent Ted was er stil van!
Gedetailleerde uitslagen (gezien het ratingverschil en de geleverde strijd is het geen schande):
| T | De Pion 2 | 1927 | Krimpen aan den IJssel | 2062 | 3 | 5 |
| 1. | Benny Onrust | 2045 | FM Harold van Dijk | 2276 | 0 | 1 |
| 2. | Ngo Hin Cheng | 1916 | Wiggert Pols | 2077 | 1 | 0 |
| 3. | Eric van Loon | 1928 | Dolf Meijer | 2208 | 0 | 1 |
| 4. | Joris Kok | 1891 | Bart Dubbeldam | 2006 | 0 | 1 |
| 5. | Carlo Rens | 1915 | Peter Glissenaar | 2108 | ½ | ½ |
| 6. | Paul Kuijpers | 2034 | Marcel Glissenaar | 2025 | 1 | 0 |
| 7. | Erik van Elven | 1819 | Arne Pols | 1940 | 0 | 1 |
| 8. | René van den Broek | 1869 | Lucas Nguyen | 1854 | ½ | ½ |