Alweer geen winst voor het eerste team
De wedstrijd van De Pion 1 tegen Oegstgeest werd met vertrouwen tegemoet gezien. De in het denksportcentrum in Leiden spelende opponenten hebben een topzwaar team met twee IM’s. Op zes van de acht borden hadden wij een veelal aanzienlijk ratingoverwicht.
Het kwam er echter ook vandaag niet uit. Het eerste zit in een nu al drie ronden durende dip, waarvan we in het nieuwe jaar maar eens gauw afscheid gaan nemen.
Voor teamleider Charles Kuijpers begon de wedstrijd boordevol stress omdat zijn passagier bij het uitstappen uit zijn auto zag dat er over een groot deel van de rechterzijkant van de vrij nieuwe auto van Charles moedwillig een lange kras was aangebracht. Dat is geen fijn begin.
Het is (helaas) bijna traditie dat een wedstrijd van het eerste begint met een remise van de teamleider die daarbij niet steeds een lichtend voorbeeld voor zijn teamgenoten is. Charles speelde op bord 8 met zwart tegen zijn oude kennis Harro Weiland, de grote man achter de befaamde LSG-vierkamp van 1970 met Botwinnik, Spassky, Larsen en Donner. Harro verraste met 11. Lf4 in de hoofdvariant van de Franse Tarrasch. Het juiste antwoord kwam niet en na de veertiende zet bood Charles remise aan, omdat hij de stelling niet vertrouwde. Dat was terecht, want het stond + 0,73.
De tweede uitslag viel in de partij van Pim Eerens met zwart op bord 4. In de opening ging het niet helemaal goed, en tegenstander Evert Leeuwenburgh nam met sterk spel het heft in handen. Dat liet hij niet meer los, hij liet onze man kansloos.
Een enigszins ingecalculeerde tegenvaller kwam van bord 2, alwaar Thierry Penson met zwart door IM Nebosja Nikolic met verfijnde positionele middelen zonder enige tegenkans naar een nederlaag werd gespeeld.
De overige spelers stonden toen voor een zware taak. Teamleider Charles (uitgerekend die remiseschuiver) verbood zowel Jan als Ludo op remise in te gaan, er moest gewonnen worden. En het doorspelen had aanvankelijk succes. Jan van Mechelen had met wit op het derde bord vanuit een flankopening een voordelige stand geschapen tegen Joop Piket. De laatste kwam in tijdnood, en Jan bouwde zijn voordeel netjes uit naar de volle winst.
De stand in de wedstrijd werd gelijkgetrokken door David DuPont, die na een slappe opening met zwart tegen Jan-Willem van Drunick via een tactische grap afwikkelde naar een eindspel met een pluspion, dat hij soeverein uitschoof.
En vanaf dat moment leek het erop dat we toch nog beide matchpunten zouden binnenhalen. Helaas vielen in twee van de drie resterende partijen uitslagen die onvoldoende recht deden aan het partijverloop.
Op bord 7 speelde Bo de Veth met wit een lastig te doorgronden partij tegen Joop Bakker, een andere oude bekende van Charles. Met kleine middelen wist Bo in het verre middenspel een pion te bemachtigen, doch die raakte hij later weer kwijt. Omdat hij van Charles geen ijzer met handen mocht gaan breken, werd een remiseaanbod aanvaard.
Op dat moment stonden zowel Stefan als Ludo beter, dus het zou wel goedkomen, dacht de teamleider.
Helaas, het liep anders. Op het eerste bord speelde Stefan Colijn met wit een uitstekende partij tegen IM Fred Slingerland. Stefan was voortdurend in het voordeel en in een paardeindspel leek hij te gaan winnen. Hij overzag echter een tussenzet van Fred en alle Piongezinde aanwezigen hieven de handen in wanhoop ten hemel. Er resteerde een pionneneindspel dat op het eerste gezicht verloren was voor wit, maar door een ongelooflijke subtiliteit kon zwart ondanks een gedekte vrijpion niet winnen.
De stelling was aldus:
Wit: Kc4, Pc3, pionnen a5, f4
Zwart: Kc6, Pe4, pionnen f5,d6
Zwart heeft net Pe4 gespeeld. In de op zich juiste veronderstelling dat zwart de beide vrijpionnen niet kan afstoppen, sloeg Stefan het zwarte paard, doch werd à tempo verrast met d5+ gevolgd door Kb4 dxe4. Het resterende eindspel blijkt opmerkelijk genoeg remise.
Aan Ludo was het om de matchpunten binnen te slepen. Hij kwam daarin heel ver, maar net niet ver genoeg. Tegenstander Jerry Beij hield zijn mindere stelling overeind. Na afloop bleek dat Ludo vóór de dameruil een winstmogelijkheid niet had gezien.
En zo werd het een teleurstellend gelijkspel. De vooruitzichten zijn nu niet best, maar daar gaan we verandering in brengen.
1. Fred Slingerland (2336) – Stefan Colijn (2261) rem
2. Nebosja Nikolic (2350) – Thierry Penson 1 – 0
3. Joop Piket (2057) – Jan van Mechelen (2171) 0 – 1
4. Evert Leeuwenburgh (2020) – Pim Eerens (2106) 1 – 0
5. Jerry Beij (1981) – Ludo Tolhuizen (2109) rem
6. Jan-Willem van Drunick (1949) – David DuPont (2027) 0 – 1
7. Joop Bakker (1905) – Bo de Veth (1991) rem
8. Harro Weiland (1794) – Charles Kuijpers (1985) rem