De Pion I – DJC Stein 5 – 3

Op 12 maart 2011 stond de zware wedstrijd tegen DJC Stein op het programma. Dat team draait mee in de subtop en is derhalve niet te onderschatten.

Teamleider Charles Kuijpers maakte –uit bittere noodzaak anders was het tweede onvolledig opgekomen- zijn debuut in het tweede team. Daardoor keek hij op wat grotere afstand naar de verrichtingen van zijn pupillen, en heeft Ludo die snel klaar was, het teamleiderschap overgenomen voor de rest van de wedstrijd.

Die liep voorspoedig. Steeds zag het ernaar uit dat de matchpunten in Roosendaal zouden blijven, en aldus geschiedde.

Op bord 6 was Ludo Tolhuizen met wit wel heel snel klaar. Tegenstander Jeroen Schilperoort speelde in een Hollandse Stonewall zijn toren voortvarend naar f6, daarbij vergetend dat zijn op e4 geposteerde paard daardoor geen veld meer had na f2-f3. En zo kon Ludo binnen 1 ½ uur het eerste punt laten bijschrijven.

Op het eerste bord speelde Stefan Docx met zwart een onschuldig ogende opening tegen Stef Soors. Toen wit enige aanval leek te krijgen, gaf Stefan pardoes een stuk weg via een dodelijke penning.

Daarna bracht Thierry Penson met wit op bord 2 ons weer op voorsprong. Tegenstander Fabian Miesen raakte een pion kwijt, en even later op simpele wijze een stuk. Hij hield nog lang vol, doch kon het lot niet ontlopen.

Op bord 7 speelde Pim Eerens met zwart tegen Gerard Bischoff een lastige partij. Hij boette ergens een pion in doch kreeg vervolgens in een stelling met wederzijds twee torens en een paard actief spel. Zijn tegenstander wist niet goed raad met de stelling en werd alsnog overspeeld.

De zo solide Jan van Mechelen op bord 3 kreeg van Stefan Simenon een saaie opening voorgeschoteld. Op de 20e zet was de stelling plotsklaps volledig ontploft en had Jan een pion verloren. De witte vrijpionnen op de damevleugel stoomden op, en echte tegenkansen waren er niet.

Vervolgens bekroonde David Du Pont op bord 8 een voortreffelijk gespeelde partij. Met wit pakte hij de Stonewall van Peter van Dinteren positioneel aan en kreeg een prima stelling. De manke witveldige loper van zwart bleef een blok aan het been van de DJC-er. David speelde het eindspel soeverein uit. En zo stond het 4-2.

Uit de overgebleven twee partijen was minimaal 1 ½ punt te verwachten. Die kwamen er echter niet.

Andy Baert speelde op bord 4 een gedegen partij waarin hij al snel een pion won. Zwart (Stefan Spronkmans) had wel enige (doch vermoedelijk onvoldoende) compensatie. Toen Andy ook nog een kansrijk stukoffer bracht, leek het pleit beslecht. Op een gegeven moment had Andy vijf pionnen voor het stuk. Doch zwart kon het stuk terugofferen en kreeg in het resterende dame+toreneindspel (met vier minuspionnen) plotseling heel veel activiteit tegen de witte koning. Andy kon nog eenvoudig eeuwig schaak maken, doch dacht zich in een poging tot meer door zijn vlag. Een droevig einde. Achteraf hoorde ik dat Andy dacht dat hij omdat hij niet meer kon (en hoefde) noteren in tijdnood, geen remise door eeuwig schaak kon claimen. Dat is natuurlijk niet zo: de wedstrijdleider had het kunnen constateren (zetherhaling c.q. het ontbreken van een winstpoging van de tegenstander). Een dure les voor de volgende keer…..

Als laatste was onze topscorer Arlette van Weersel bezig. Door een speling van het lot speelde zij (met zwart) tegen de dame van DJC Diana Dalemans. Het duurde lang voordat Arlette grip had op de witte stelling, maar toen ging het ook solide. De partij eindigde in een toreneindspel met drie zwarte pionnen (g, h en d) tegen nul. Dat was niet zo moeilijk meer J

En zo bracht Arlette haar score in De Pion I op maar liefst 5 uit 5. Hulde!

1.  Stefan Docx (2353)                  –  Stef Soors (2225)                        0 – 1

2.  Thierry Penson (2203)               –  Fabian Miesen (2110)                 1 – 0

3.  Jan van Mechelen (2191)          –  Stefan Simenon (2140)                0 – 1

4.  Andy Baert (2178)                    –  Stefan Spronkmans (2085)          0 – 1

5.  Arlette van Weersel (2232)       –  Diana Dalemans (1953)               1 – 0

6.  Ludo Tolhuizen (2140)             –  Jeroen Schilperoort (1943)           1 – 0

7.  Pim Eerens (2139)                     –  Gerard Bischoff (1947)               1 – 0

8.  David Du Pont (2032)              –  Peter van Dinteren (1928)              1 – 0

 

Geef een reactie