De Pion 4, met ingang van vandaag omgedoopt tot de mannêhkus, maakte gisteren (13 december 2008) onder aanvoering van de sergeant van de mannêh van De Pion, te weten: Marcel Huijser, haar opwachting voor de veldslag tegen De Baronie 3 uit Breda. Het leger van de mannêhkus bestond in bordvolgorde uit de de volgende legionairs: Marcel Huijser, Erik-Jan Colijn, Cees IJzermans, Ivo Kok, Dustin van Weersel, Sander le Sage, Emile Broeders en Frank Lambregts.
Op bord 8 speelde Frank (1418) met wit tegen Frank van Duuren (1592). Frank ging er al snel flink op los. Hij nam zijn vijand zwaar onder vuur, nam een belangrijke pion gevangen en wist daarmee een betere stelling in te nemen. Op het eind van de aanval verdween door een aantal foute inschattingen het door hem veroverde voordeel als sneeuw voor de zon. Na het hijsen van de witte vlag werd om die reden alras de vrede getekend. Op bord 4 speelde Ivo (1849) met wit tegen Bart Ooms (1719). Bord 4 werd vrijwel direct na het begin van de aanval zwaar getroffen. Gewond probeerde Ivo door stug te verdedigen de eer te redden. Een enorme vuurhaard was het gevolg. Pogingen om deze vuurhaard te blussen bleven zonder resultaat.
Op bord 7 speelde Emile (1558) met zwart tegen Yorrick Vissers (1605). Emile wist met strategisch geweld de vijand zwaar onder druk te zetten. In het middenspel wist de vijand zich hiervan te ontworstelen en trok hij zich terug. Onderwijl nam hij twee pionnen mee. Na een korte beschieting met slachtoffers over en weer werd door Emile, verblind door de kruitdampen, een “foutje” gemaakt waarmee hij zichzelf gelijk naar de ondergang hielp. Op bord 5 speelde Dustin (1790) met zwart tegen Martijn de Wit (1660). Dustin vocht op zijn verjaardag (17 jaar) zonder risico en maakte geen fouten. Dat deed de vijand ook. Dit duel leverde dan ook geen winnaar op.
Pfff. In de tussenstand staan de mannêhkus nadat de helft van deze veldslag is gepasseerd met 3 – 1 achter. Vanaf nu werd het bikkelen. Knokken voor wat je als leger maar ook als legionair waard bent. Op bord 6 speelde Sander (1600) met wit tegen Cor Scherbeijn (1601). De vijand liep ten koste van een deel van zijn cavalerie tegen een pionvork aan. Sander nam geduldig de tijd om uiteindelijk de vijand langdurig te kunnen martelen. Die liet het echter niet zo ver komen. Tussenstand: 3 – 2 in het nadeel van de mannêhkus. Op bord 3 speelde Cees (1785) met zwart tegen Henny Daniëls (1772). De vijand, welke achteraf een reservist bleek te zijn, trok zich na langdurig en zwaar geweervuur al wondenlikkend steeds verder terug. Op het door hem gedane vredesaanbod werd schamper gelachen. Na een marteling van enkele uren waarin heel wat bloed vloeide gaf de vijand zich met de tong op de schoenen gewonnen. Tussenstand: 3 – 3.
Op bord 1 speelde Marcel (1930) met zwart tegen Richard Pijl (1804). De sergeant was na een mars vanuit Eindhoven ruimschoots op tijd aanwezig. De vijand bleek zoals verwacht kwetsbaar en werd tot twee keer toe met volle kracht geraakt maar bleef ondanks de materiele achterstand overeind. Door één of meerdere kleine inschattingsfoutjes maar het kan evengoed onderschatting zijn geweest werd toegestaan dat een stugge verdediging van lieverlee een aanval werd. De eerste de beste aanval bleek fataal. De sergeant van de mannêhkus kwam, zag en overwon niet! Tussenstand: 4 – 3 in ons nadeel. Na de deceptie tegen D4 mogen we deze slag niet verliezen. Op bord 2 speelde Erik-Jan (1956) met wit tegen Frans Smits (1907). Het ging er hard aan toe. Het was duidelijk waar de vijand op uit was. Het door hem gedane vredesaanbod werd zoals dat hoort met kracht van de hand gewezen. Terwijl de vijand dacht dat de overwinning nabij was sloeg Erik-Jan ,alsof het de laatste daad in zijn leven was, genadeloos toe. De vijand verontschuldigde zich aan het adres van zijn makkers en gaf zich gewonnen. Eindstand: 4 – 4.
De mannêhkus wensen u en de uwen fijne feestdagen en een goed uiteinde toe!