Eerste team verliest
In de vierde ronde van de competitie heeft het eerste team een vrij regelmatige nederlaag geleden tegen de reserves van Voerendaal. Nou ja, regelmatig. De aanloop naar de match was vrij onregelmatig. Zo kwam de teamleider via-via pas op zaterdagochtend om half negen ter ore dat een speler niet kon meespelen, omdat hij nog in het buitenland zat. Natuurlijk kon in dat korte tijdsbestek geen vervanger meer worden geregeld.
Op weg naar Voerendaal, reden we vervolgens de file in. Toen we op de radio hoorden, dat deze zeven kilometer lang was, pakten we de eerste afslag richting Roermond. Eén van de passagiers herkende de weg, dus dat zat ook wel goed. Nietsvermoedend reden we verder, tot tenslotte duidelijk werd, dat we niet aankoersten op het clublokaal van Voerendaal, maar… de speellokatie van Roermond! Aldus in Roermond aangekomen, werd met een oude versie van het Shell Stratenboek (Tom Tom voor gevorderden) via de N-wegen alsnog een route uitgestippeld naar Voerendaal. We zijn zelfs nog even in Duitsland geweest. Al met al duurde de rit 3 uur, en waren we ongeveer een half uurtje te laat, maar onze tegenstanders waren zo schappelijk geweest, om de klokken in ieder geval een 15 minuten stil te houden.
In de match werd vervolgens op het scherpst van de snede gespeeld, mede omdat we reeds met 1-0 achterstonden. Ome Ludo had een vrij onduidelijke stelling – het leek wel of daar 40 stukken op het bord stonden. Zijn tegenstander zag de beste voortzetting niet, en onze El Tollo was er als de chickies bij om de partij naar zich toe te trekken.
Op bord 2 ging het even anders. Robert gooide zoals gewoonlijk olie op het vuur door een stuk in de aanbieding te doen. Hij dacht daarna een stille zet te hebben, maar er zat helaas een schreeuwend lek in. In het vervolg probeerde Robert er tegen beter weten in nog iets van te maken, tevergeefs.
Andy stond op drie onder druk, maar hij wist wel constant truuks en tegendreigingen in de stelling te weven. Toen ik even achter mijn eigen bord zat, en weer opkeek, was Andy opeens klaar, hij had verloren. Hoe dat is gegaan, is mij onduidelijk.
Op bord vijf zat onze Benjamin, Stéphane. Naar eigen zeggen kwam hij beter uit de opening. Ook naar eigen zeggen, stond hij beter tot gewonnen in het eindspel dat hij verloor.
Bij Peter wisselden de kansen. Hij kwam beter uit de opening maar truukte zichzelf, waardoor zijn tegenstander positioneel kon counteren. Maar Peter zou Peter niet zijn als hij zich niet van wat schwindels zou bedienen. Tot twee keer toe truukte hij een pionnetje en het resterende eindspel was een kwestie van zetten blijven doen.
De beste partij (van Pion-kant) komt deze match op naam van onze Jan. Hij speelde iets wat op een Engelse variant leek. Daarin kreeg hij een plusje doordat zijn stukken beter stonden. Dit leverde een pion op. Lang leek dat niet genoeg te zijn, maar door een gigantische duveltje-uit-doosje besliste de Jan de partij in het verre eindspel met T+2p tegen T+p.
De invaller – tevens gebombardeerd tot teamleider – kon deze match helaas niets betekenen voor het team. In de Caro-Kann offerde zijn tegenstander een stuk voor een vervelend offensief. Uiteindelijk moest het stuk worden teruggeofferd en resteerde een ingewikkeld eindspel, met twee pionnen minder. Heel even leek het er nog op dat het remise kon worden (er werd uit teambelang zelfs nog wat winstpotentieel in de stelling bewaard), maar de Voerendaaler bleef geconcentreerd goede zetten spelen en de nul was uiteindelijk onafwendbaar.
Er moet een haptonoom aan te pas komen, om dit matchverlies te verklaren. Er zijn enkele belangrijke details, die niet in ons voordeel hebben gewerkt. Welke die zijn, mag uzelve concluderen. In ieder geval doet een hardnekkig gerucht de ronde, dat de ad-interim teamleider van het eerste par expresse op matchverlies heeft aangestuurd, zodat volgend jaar Het Tweede dan toch een klasse hoger speelt dan ons eerste. Wat het waarheidsgehalte is hiervan, laat ik over aan uw creativiteit en de propaganda-machine van de ADF.
Voerendaal 2 (2061) – De Pion 1 (2129 (7)) 5-3
1. M. Winkels (2057) – Ludo Tolhuizen (2230) 0-1
2. D. Rose (2094) – Robert Schuermans (2196) 1-0
3. B. van der Zwet (1984) – Andy Baert (2146) 1-0
4. R. Merx (2012) – NO 1-0
5. J. Fober (1964) – Stefan Colijn (2033) 1-0
6. L. Zimmermann (2058) – Peter Dankers (2170) 0-1
7. L. Severens (2220) – Jan Schuurmans (2108) 0-1
8. B. Merx (2099) – Rogier van Loon (2018) 1-0
In de stand staat De Pion nu op een vijfde plaats en er is nog alles mogelijk, zowel naar boven toe, als naar onderen, alhoewel het moeilijk zal worden om te promoveren of te degraderen.