HWP 2 herschrijft geschiedenis: Goliath wint!
Het Tweede – Het Witte Paard Sas van Gent 2 2½ – 5½
Terwijl Ted in Bad Wiessee speelt, Rogier naar hemelse Joop van den Ende klanken aan het luisteren was en Henk ziek op bed lag streden de overige Mannêh tegen een moordende overmacht van gemiddeld 170 elopunten per bord. De Mannêh, aangevuld met Benny Todts (nog gefeliciteerd met je 28e verjaardag!) deden wat ze konden, maar meer dan wat persoonlijke successen zat er niet in. Enkele omstanders vroegen zich nog af of wij Benny uit Het Tweede geleend hadden om bij ons in te vallen. Een begrijpelijke verspreking waar de Mannêh wel vaker mee geconfronteerd worden, maar Het Tweede is Het Tweede en niet het eerste. Ton van der Werf was zo vriendelijk om Benny aan ons uit te lenen.
Het begon nog wel zo goed. Paul op bord 4 overrompelde Harry Provoost in de scandinaviër met een pionoffer gevolgd door een stukoffer. Er volgden interessante tactische verwikkelingen, waarbij Paul aan het langste eind trok. Op de overige borden was op dat moment nog niet zoveel aan de hand.
Carlo (bord 2) kwam goed uit de Weense opening, maar het ging geleidelijk steeds minder. Toen hij een venijnig zetje van zijn tegenstander overzag, kon hij eigenlijk direct opgeven.
Voor de eerste tijdcontrole leden de Mannêh nog twee nederlagen. Marcel (bord 6) stond volgens mij beter met die pion op d5, maarja ik heb danook geen verstand van dat Hollands. Het schijnt dat Marcel met de loper had moeten slaan. Het werd een positionele strijd, waarin Marcel het uiteindelijk niet kon bolwerken.
Peter (bord 1) kreeg tegen Ivo Timmermans zijn geliefde Kalashnikov op het bord. Na een wilde tactische partij redde Peter het onder druk van de tijd net niet. Er had hier en daar nog zeker wat ingezeten, maar helaas.
Na de tijdcontrole stonden we dus al met 3 – 1 achter. Gezien de stand op de overige borden was het duidelijk dat we zouden gaan verliezen.
Bord 7 bleek voor de wedstrijdleider een brug te ver bij het voorlezen van de opstellingen. Ngo Hin (spreek uit “Oo Hin”, niet “Nico Hin”) stond de hele partij met de rug tegen de muur. Uiteindelijk kon tegenstander Rudy van de Wynkele (spreek uit “Winkelen”, dat wat vrouwen doen als wij schaken, niet “Wijnkele”) kon uiteindelijk afwikkelen naar een eindspel met a-b-h pion tegen een loper van Ngo Hin. Tsja, dan heb gemiddeld twee zetten per zet nodig om die boeren tegen te houden. Jammer voor Ngo Hin die zijn eerste nederlaag in dienst van Het Tweede lijdt.
Daarna boekten we nog wat successen. Ikzelf (bord 3) en Marloes (bord 5) keepten remise. Marloes heeft een paar kansjes op een beter eindspel gemist en ikzelf mocht van geluk spreken dat mijn tegenstander rond de veertigste zet verzuimde om naar een gewonnen pionneneindspel af te wikkelen.
Benny had een toreneindspel weten te bereiken dat zeer interessante verwikkelingen bevatte. Het zal zeker de pagina’s van het komende clubblad sieren. Benny had twee pionnen minder, en er werden diverse winsten in de zaal rondgefluisterd, maar Johan de Zwart slaagde er niet in er één te vinden. Goed gekeept van Benny, die na een vingerfout in de opening de hele middag tegen een slechte stelling had zitten zuchten.
Het Tweede (1928) – Het Witte Paard 2 (2096) 2½ – 5½
Peter (2034) – Ivo Timmermans (2238) 0 – 1
Carlo (2027) – Kees Nieuwelink (2215) 0 – 1
Eric (1886) – Marc Lacrosse (2194) ½ – ½
Paul (2048) – Harry Provoost (2046) 1 – 0
Marloes (1915) – Etienne van Leeuwen (2047) ½ – ½
Marcel (1882) – Marnix van der Zalm (1986) 0 – 1
Ngo Hin (1758) – Rudy van de Wynkele (2035) 0 – 1
Benny (1870) – Johan de Zwart (2009) ½ – ½