Wederom gelijkspel voor ’t Vierde
Door omstandigheden hadden we wederom een aantal invallers nodig. Erik van Elven had ik geruime tijd geleden al vastgelegd, maar een week van tevoren moest ik nog twee invallers regelen. De eerste was makkelijk, Peter Huijser kon en speelde voor de tweede keer. De volgende was wat lastiger, na een aantal belrondes naar invallers, teamleiders ed. bleek Ad Bruijns wellicht niet over Marc Naalden hoeven te beschikken, dus wellicht nog een hele mooie versterking. Uiteindelijk bleek het derde niet compleet en ook Marc Naalden was niet beschikbaar. Ger IJzermans had te kennen gegeven spelers uit te lenen aan hogere teams, dus Erik-Jan Colijn maakte ons team compleet.
De opstelling:
1. Erik van Elven (z)
2. Ton van der Werf (w)
3. Erik-Jan Colijn (z)
4. Peter Huijser (w)
5. Jan Rijkse (z)
6. Hans Ravestein (w)
7. Henk Alberts (z)
8. Mathijs Mathijsse (w)
Als eerste kwam Hans Ravestein naar me toe met de vraag of hij remise aan mog bieden. In eerste instantie weigerde ik toestemming te geven, omdat een aantal stelling in ons nadeel waren en zijn stelling naar eigen zeggen zonder weinig risico nog even door kon spelen. Jan Rijkse kwam enige tijd na Hans met dezelfde vraag, welke ik positief beantwoorde. De tegenstander van Jan nam het aanbod aan in een voor mij onduidelijke maar toch wel remiseachtige stelling. Na deze remise besloot ik ook Hans een signaal te geven en daar werd eveneens remise overeengekomen.
Een tijdje stond het 1-1 en de overige teams van De Pion (vijfde en zesde) waren met de laatste paar partijen bezig. Gezien de partijen werd het een lange dag, maar dat was prima toen mij het goede nieuws van Peter Huijser tot mij kwam. Peter Huijser had niet veel tijd verbruikt en stond in gewonnen stelling (pion voorsprong en kon de andere opsnoepen), zijn tegenstander speelde snel door want met nog maar een minuut op de klok hoopte hij op een fout van Peter. Peter ging op hetzelfde tempo mee schaken (leermoment: gewoon rustig nadenken!) en verloor volgens mij beide pionnen, zijn tegenstander ging door zijn vlag.
Mathijs Mathijsse had inmiddels remise gemaakt, hoewel hij een pion voor stond. Ik kan mij niet meer herinneren dat ik hiervoor toestemming gegeven heb, maar gezien de andere stelling zou dit voldoende moeten zijn.
Inmiddels was het op de borden als volgt:
– Erik van Elven stond lekker, met twee pionnen voor
– Ton van der Werf stond een kwal en pion voor maar in tijd achter
– Henk Alberts stond in een moeilijke stelling een stuk achter, maar volgens mij kon hij wel een stuk terugwinnen en zag er op zich best goed
– Erik-Jan Colijn had het moeilijk op het derde bord en stond mijn inziens slecht, maar (ik meen) Peter vond dat Erik-Jan wel goed stond
Even later stond Erik-Jan een toren en een kwal achter, maar een pion op promoveren en met een aantal niet te beste zetten (in een onduidelijke stelling) van zijn tegenstander won hij verrassend. Met een 3,5 – 1,5 voorsprong dacht ik dat we gingen winnen.
Helaas hoorde ik niet veel later dat Henk zijn partij niet positief had kunnen beëindigen en werd de eerste verliespartij geïncasseerd. De eerste twee borden waren nog bezig en moesten vol aan de bak. Mijn stelling was door een foutieve paard-zet verslechterd en moest een kwal teruggeven (wat ik eigenlijk iets eerder had moeten doen). Tot mij kwam de uitslag dat Erik van Elven zijn stelling had weggeven en een tussenstand van 3,5-3,5 op het wedstrijdformulier verscheen.
In tijdnood speelde ik a tempo schaak, maar twee seconden later zag ik dat ik door een andere zet te spelen een volle toren had kunnen winnen. Met deze gedachte in mijn achterhoofd speelde ik en kwamen uiteindelijk in de volgende stelling terecht:
Wit: Koning f7, Toren f5, Pion h5
Tijd: 1 minuut en 11 seconden
Zwart: Koning h6, Toren a3
Tijd: 19 minuten en 19 seconden
En werd remise geclaimd. De Kentering is in beroep gegaan, dus verdere reactie laat van mijn zijde even op zich wachten.
1. Erik van Elven 0
2. Ton van der Werf 0,5
3. Erik-Jan Colijn 1
4. Peter Huijser 1
5. Jan Rijkse 0,5
6. Hans Ravestein 0,5
7. Henk Alberts 0
8. Mathijs Mathijsse 0,5