Insluiten

Bij het examen van Stap 3 krijg je twee vragen over het onderwerp insluiten. Stukken werken niet overal op het bord heel goed. Het zijn stukken aan de rand of stukken op plaatsen waar ze helemaal geen zetten kunnen doen of waarmee alleen maar slechte zetten kunnen worden gedaan. Hieronder een extreem voorbeeld.

Stukken moeten zoveel mogelijk vrijheid hebben om te bewegen. Ze moeten elkaar ook niet in de weg staan. Wit kan zijn dame, toren en paard gemakkelijk beter neerzetten zoals in onderstaand diagram. De term die hiervoor gebruikt wordt is mobiliteit. De mobiliteit van wit is veel beter dan die van zwart.

Nog erger wordt het als stukken verloren gaan omdat ze slecht staan. Hieronder een paar bekende insluitingen.

Wil speelt Lb7 en de toren gaat verloren.

Als een dame zich tussen vijandelijke stukken begeeft, kun je haar vaak goed aanvallen. Zwart speelt de toren naar g8 en de dame kan niet meer ontsnappen.

De loper op b3 gaat verloren na 1 … c4. Hij staat ingesloten.

Met Kg2 valt wit aan en het paard is ingesloten.

Zoekstrategie

  1. Welk stuk heeft weinig of geen bewegingsvrijheid?
  2. Val dat stuk aan!
  3. Let op dat alle velden onder controle blijven.
  4. Met één zet kun je een stuk aanvallen én velden ontnemen.

We hebben samen pagina 35 gemaakt. Guus en Tim hebben ook 36 en 37 gemaakt en de opgaven zelf nagekeken.

Geef een reactie