A Farewell To Arms

Normaliter begin ik mijn verslag met krachttermen als “vernietigd”, “kapotgemaakt”, “verprakt”. En vervolgens doorspek ik datzelfde verslag dan graag met follow-up’s als “overspeeld” en “platgetrapt”. Niet dit seizoen echter. De superlatieven mogen achterwege blijven. Voorafgaand aan het seizoen had het derde team van De Pion zich op de transfermarkt geroerd. Uit het roemruchte Tweede waren een aantal spelers overgekomen. Paul, Marcel, Carlo, Eric, Ted en Rogier werden aangetrokken en uit het gevreesde “jeugdteam” werden Cees en Erik-Jan vooruitgeschoven om in het derde team plaats te nemen. Henk werd weer verenigd met zijn oude strijdmakkers, hij was de enige die vorig jaar ook in het derde team speelde.

Met de gloednieuwe samenstelling werd ook een nieuwe doctrine geïntroduceerd. Het team werd bekend als de Drionezen. Ons motto werd: win or lose – remise spelen is voor oude mannen! De Drionezen werden door de Old and Wise wedstrijdleider van de NBSB in klasse 1A geplaatst, samen met het vierde team van De Pion. Helaas zaten in deze klasse slechts zeven teams, en bestond de competitie derhalve uit slechts zes matches (waarvan dus één tegen een ander team van De Pion). Waarom hiervoor gekozen is, zal wel nooit duidelijk worden. Het doel was vooraf duidelijk. Dit seizoen moest gepromoveerd worden. Dan zou in het volgende seizoen in de Promotieklasse de ware krachtmeting volgen. Zouden de Drionezen de Promotieklasse kunnen slechten en doorstoten naar de KNSB competitie? Dit jaar zouden we beschikken over een gemiddelde rating van 1960 en dat is minstens 60 ratingpunten per bord meer, dan de beste opstelling van enig ander team in die klasse. Het seizoen leek voor het begin van de eerste ronde al gespeeld…

 

Maar voordat er op het seizoen wordt ingegaan, eerst aandacht voor iets anders.

 

In seizoen 2001-2002 werd Het Tweede kampioen van klasse 1A NBSB en mocht gaan meedoen in de hoogste Brabantse klasse. Dat jaar werd Paul Kuijpers bijna-topscorer in de klasse met 5½ uit 7.

In seizoen 2003-2004 werd Het Tweede kampioen van de Promotieklasse NBSB en verschafte zich toegang tot de landelijke competitie, waar dit team zich sindsdien handhaafde.

In seizoen 2009-2010 werd Het Tweede kampioen van klasse 3F van de KNSB en zou voor het eerst in de tweede klasse KNSB gaan uitkomen.

Al vanaf het seizoen 2001-2002 zie je in Het Tweede de naam “PAUL KUIJPERS” terugkomen. Al vanaf dat jaar heb ik het genoegen gehad om met Paulus in één team te spelen. Zijn speelstijl laat zich moeilijk in één woord kenmerken. In eerste aanleg denk ik aan “actief spel”.
Paul’s lichte stukkenspel is misschien wel het beste wat Het Tweede te bieden had. Zowel met wit als met zwart speelde hij in vrijwel alle stellingen op activiteit. Daarbij schuwde hij niet om een pion of meer in de aanbieding te doen. En hij was er goed in. Vaak ging hij vol voor de strot terwijl zijn tegenstander dacht wat materiaal op te pakken. Het gaf vaak mooie – en korte – partijen.

Een andere karakteristiek van zijn spel was de snelheid. Een partij van 40 zetten in 20 tot 40 minuten op het bord brengen, is voor Paultje geen uitzondering geweest.

Persoonlijke karaktereigenschappen van Paul komen ook in zijn spel terug. Paul’s opgewektheid zie je in zijn partijen terug. En in zijn analyses. Vrijwel al Paul’s partijen werden vanuit open stellingen gespeeld. En in de analyses waren de winstvarianten nog frivoler dan een huppelend paard in een grazige weide.

Helaas was Paul ook lui. Voorbereiding, daar deed hij niet aan. Dat liet hij liever aan zijn tegenstanders over. Paul stond ook niet vooraan in de rij als het om openingen studeren ging. Zijn talent was onmiskenbaar, reeds op jonge leeftijd. Maar zijn instelling belette hem om de allerbeste te worden. Hetgeen weer een zegen voor Het Tweede was, omdat we hem om die reden niet zijn kwijtgeraakt aan het Vlaggenschip, of zelfs erger. En nu heeft hij zijn laatste partij voor De Pion gespeeld. Want Paul gaat emigreren. Afgelopen jaar heeft hij geprobeerd om zijn toekomst met zijn vriendin in Nederland op te bouwen. Helaas is hij het product van de anti-climax van onze kenniseconomie. In plaats van onze meer begaafde krachten in Nederland aan de slag te houden, wordt hij door onze overheid gedwongen om zich elders te vestigen. Dat heeft ertoe geleid dat Paul heeft besloten om letterlijk aan de andere kant van de wereld zijn geluk te gaan beproeven. In Nieuw-Zeeland, het geboorteland van zijn vriendin. En dat betekent dus dat Paul zijn schaaktechnische zwanenzang voor De Pion heeft beleefd.

 

Om toch iets van een ode aan onze Paulus te brengen, wil ik twee partijen van onze Man laten zien. Commentaar is van de schrijver dezes, getracht te vermaken in de stijl van Paultjuh.

 

 

Die glijdt lekker naar binnen! Het lijkt allemaal zo simpel maar Paulus neemt een bak risico’s zonder een garantie op succes. Bij een verzekeringsmaatschappij zou hij het niet lang uithouden, als hij verzekeringen zou moeten slijten. Gelukkig heeft hij ook nooit gesolliciteerd naar beurstrader!

 

Deze dan:

Paulus, ik spreek nu voor alle Drionezen en ook voor alle Mannêh als ik zeg dat we je aanwezigheid en je partijen gaan missen tijdens onze matches. We wensen je het allerbeste en don’t be a stranger! Bezoek onze website zo nu en dan en… laat ook eens wat van je horen!

Terug naar het seizoen van de Drionezen dan. Kampioen zouden we worden. Maar het werd niets. In de eerste ronde waren we notabene vrij, en in onze allereerste match ging het meteen fout. In ronde 2 speelden we nog eenonderonsje tegen De Pion 4. In ronde 3 tegen De Stukkenjagers gingen we er hard en terecht af. Meteen ontpopten zij zich als titelpretendent – we liepen een hopeloze inhaalrace. Misschien wordt ons seizoen nog het allerbest vertaald door de inbreng van Ted. Hij omschreef zijn seizoen erg treffend, en de parallel met het seizoen van het team is schrijnend:

 

Tja, van het jaar was het niks. Mijn partijen zijn meer of meer een wederzijds rampenplan. Maar ik heb nog een bijzondere partij, die tegen Gert Timmerman. Gert was net wereldkampioen correspondentie-schaak geworden, en ik dacht dat ik wel een kans had via een partij over de e-mail. En verliezen van een wereldkampioen is nog net te verdragen. Helaas was heteenverliespartijtje, maar misschien had ik het beter kunnen doen. De opening kwam na een uitgebreide studie naar het flankschaak, zoals Slarotimov in zijn prachtige boek beschrijft, zeer aanbevolen en heel belangwekkend. Hij heeft dat boek in afzondering geschreven, en een jarenlange studie naar de flankspelen gedaan. Een natuurtalent, want hijbegon aanhet boek bijna direct nadat hij de regels had geleerd. een boek met zeer diepgaande duizelingwekkende varianten. Ik heb het natuurlijk ook zo gespeeld, maar het resultaat was een beetje teleurstellend. Waar ben ik in de fout gegaan? Volgens mij heeft het boek een zet over het hoofd gezien, en ik heb de schrijver ervan op de hoogte gesteld. Hij zei dat hij er eens naar zou kijken, maar ik heb verder niets meer van hem vernomen. Op mijn volgende e-mail zei hij dat hij niet meer in schaken was geïnteresseerd, hij was bezig met een boek over Nova-Zembla en de geschiedenis aldaar. Toen ik hem vroeg naar Wiilem Barentsz, gaf hij aan dat hij dat verhaal eigenlijk niet zo belangrijk vond.
Zelf was hij met een stel Hollanders in het vorige millennium nog op Nova-Zembla was geweest. Van hun had hij schaken geleerd, maar die Hollanders speelde een ander spel met schaakstukken wat hij nooit helemaal had begrepen. Hij wasdaar achtergebleven en had toen de flankspelen ontdekt en zijn schaakboek aldaar geschreven. Het boek werd door een Duitse uitgever (die Blackmar-Diemer-Gemeinde) gedrukt en is zodoende ook bij mij terecht gekomen. De partij f4,e5 en de zet van de schrijver g4, en zo ging het ook in de partij tegen wereldkampioen Gert Timmerman. Gert beantwoordde die zet nogal radicaal, na afloop zij hij dat de partij rechtstreeks in zijn database was opgenomen. Na dit verlies heb ik geen verdere pogingen ondernomen om een revanche-partij te spelen, ik heb geen echte database en ook een gebrek aan goede openingsboeken. Eigenlijk weet ik alleen de eerste drie zetten, en daarna doe ik maar wat. Soms gaat het goed fout en anders iets minder.

Ook bij de Drionezen ging het dus meteen in de opening fout. We speelden een flankopening en hadden misschien recht door het centrum moeten gaan. In een verkorte (zes rondes) competitie na drie rondes meteen op twee matchpunten achterstand staan, werkt erg demotiverend. De daarop volgende matchpartijen werden allemaal wel gewonnen, maar sommigen geflatteerd en een enkele zelfs onverdiend. Zo hebben we van Baronie 2 weliswaar met 5-3 gewonnen maar die score had omgekeerd moeten zijn.

In de voorlaatste ronde stond een belangrijke match tegen WLC 1 op het menu. Als wij van hen zouden winnen, en vervolgens zou WLC 1 wel van De Stukkenjagers winnen in de laatste ronde, dan konden we op bordpunten alsnog kampioen worden. We speelden echter 4-4 gelijk in een match, die we juist wel naar onze hand hadden moeten zetten. En omdat WLC in de laatste ronde inderdaad van De Stukkenjagers wist te winnen, werden zij kampioen en werden wij naar de derde plaats verwezen in de eindrangschikking.

Ondanks dit magere seizoensresultaat werden hier en daar toch nog wel juweeltjes van partijen gespeeld en van de Drionezen die (iets fatsoenlijks) aan mij hebben gemaild, wil ik graag iets laten zien.
Marcel speelde een vrij strakke pot in de vierde ronde. Een mooi schijnoffer op de veertiende zet liet des opponent’s stelling in duigen. Daarna hadden we op een kritiek punt in de partij-analyse nog een discussie over de juiste voortzetting (zet 16 wit), waarbij iedereen om het bord dacht dat Lxd7 de juiste zet was. Maar in de Fritzalyse bleek dat Marcel de enig juiste zet op het bord bracht. Zie de partij:
Carlo was onze rots in de branding. Hij scoorde (net als onze Paulus!) 5 uit 5 en voegde hier en daar nog wat punten aan zijn imposante rating toe.
Eric was halverwege het seizoen hard op weg om zijn KNSB rating voor het eerst sinds zijn bestaan boven de 2000 te tillen. Een minder slot van de competitie maakte een voorlopig einde aan die mijlpaal. In de “partij die ertoe doet” bracht hij echter wel zijn tegenstander op de knieën:
Tot slot nog een partijtje van eigen bodem. Wat ik me nog goed herinner van deze partij, is dat ik erg slecht gemotiveerd was bij aanvang van de partij. Dat blijkt ook wel uit de openingsbehandeling. Na de opening stond ik reeds in hogere zin verloren. Toch bleef ik vechten en de penibele situatie dwong me om me in de partij te verdiepen. Ik kon dan ook erger voorkomen, waarna ik na een onnauwkeurigheid van des tegenstander’s kant de partij kon kantelen en het eindspel in een ijzeren greep nam.

 

Als individuele prestaties wil ik (nogmaals) de scores van Carlo en Paul niet onvermeld laten. Zij scoorden beiden de volle 100%: 5 uit 5. Hulde!

 

Tot slot:

De einstand en team-uitslagen: http://www.nbsb.nl/download/1011/1al1.html

De individuele uitslagen: http://www.nbsb.nl/download/1011/1al2.html

De persoonlijke scores: http://www.nbsb.nl/download/1011/1al3.html

Geef een reactie